Olense firma investeert in productie kippeneiwit

"Het project heeft alles te maken met de valorisatie van restproducten", legt Jef Vanoverschelde van Verbinnen-Lintor uit. "Het gaat om restproducten die geschikt zijn voor menselijke consumptie, maar waar geen vraag naar is. Bijvoorbeeld kippenvleugels worden voor een deel verwerkt, maar wat met de rest? De eiwitten van die restproducten worden geëxtraheerd en gedroogd. Het eindproduct is zeer stabiel en kan lang bewaard worden".

Het bedrijf deed beroep op de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) om een en ander op punt te stellen. "Het idee bestond al en werd toegepast in de varkensvlees- en visindustrie met vergelijkbare technieken. VITO onderzocht voor ons de haalbaarheid en rentabiliteit van het project", aldus Vanoverschelde.

Verbinnen en Lintor gingen niet over één nacht ijs om het project te realiseren. "Het gaat dan ook om een investering van zes à zeven miljoen euro. Er ging drie jaar voorbereiding aan vooraf. Momenteel worden de laatste technische details uitgewerkt en we stellen de financiering op punt. Op het vlak van gebouwen is er al veel werk achter de rug. De nieuwe afdeling moet nog dit jaar operationeel worden".

De onmiddellijke impact op tewerkstelling is volgens Vanoverschelde beperkt. "In eerste instantie spreken we over tien rechtstreekse arbeidsplaatsen. Onrechtstreeks zal dat meer zijn omdat de eenheid een onderdeel vormt van een productieketen. Het bedrijf kan meer concurrentie bieden en de rentabiliteit verbetert. Op termijn hebben die elementen ook positieve gevolgen op de tewerkstelling".

Verbinnen en Lintor gaan het kippeneiwit niet zelf verwerken. "Tachtig procent is bestemd voor de export", weet Vanoverschelde. "Het product kent tal van toepassingen in dieet- en sportvoeding, saus- en soepindustrie en de medische wereld. Verder kan het ook gebruikt worden als bindmiddel, smaakstof,... en in het algemeen als eiwitbron".