Nieuwe Nederlandse regering beslist over Hedwigepolder

De ontslagnemende regering-Rutte schuift een beslissing over de Hedwigepolder door naar een volgende regering. De regering besloot daartoe, "gezien het demissionaire karakter, gelet op de uitspraak van de Tweede Kamer en de gevoeligheid van het dossier". Ondertussen vragen een aantal natuurorganisaties dat de Europese Commissie een procedure opstart tegen Nederland.

De Hedwigepolder is al zeven jaar een twistpunt tussen Nederland, Vlaanderen en de Europese Commissie. Deze week bleek definitief dat er in de Tweede Kamer van het Nederlandse parlement geen steun is voor het plan van Bleker om de polder voor een derde onder water te zetten. Het ontpolderen is nodig als natuurcompensatie voor het uitdiepen van de Westerschelde.

Bleker en ook premier Mark Rutte hielden het parlement eerder voor dat bij een afwijzing van Blekers plan een volledige ontpoldering dreigt. Dit laatste is wat in 2005 met Vlaanderen en Brussel was afgesproken. Vlaanderen is inmiddels een procedure begonnen om Nederland te dwingen de hele polder onder water te zetten.

Ondertussen vragen ook Natuurpunt, Vogelbescherming Nederland en de Europese organisatie Birdlife Europe aan de Europese Commissie om een procedure op te starten tegen Nederland wegens het uitblijven van een beslissing over de ontpoldering van de Hedwigepolder. “De Nederlandse overheid komt eerder overeengekomen afspraken over natuurherstel in de Westerschelde niet na”, motiveert Wim Van Gils van Natuurpunt.

In een brief naar Europees Commissaris voor Milieu Janez Potocnic vragen de drie verenigingen om een juridische procedure op te starten tegen Nederland. “De Westerschelde is één van de prachtigste riviermondingen in Europa en voor tienduizenden trekvogels van levensbelang”, aldus Van Gils. “Maar vroegere baggerwerken en inpolderingen hebben de natuur zwaar toegetakeld. Ontpoldering is de enige manier om de natuur in de Westerschelde een laatste kans te geven.”