Nieuwe campagne Vredeseilanden hamert op honger

Vredeseilanden helpt de arme boeren in het Zuiden om voldoende en gezond voedsel te oogsten voor zichzelf en de gemeenschap. De organisatie steunt ontwikkelingsprogramma's in 13 landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Tijdens het weekend van 10 en 11 januari zetten duizenden vrijwilligers zich in om geld in te zamelen voor projecten en partners in het Zuiden.

Begin december 2003 bracht minister Verwilghen een bezoek aan het dorp van Mwasapani. De boerin is een maïskweekster en leeft elke dag in dezelfde armoedige omstandigheden en ondervindt dezelfde moeilijkheden als het merendeel van haar landgenoten. "Vroeger kregen we voor 1 kg maïs 200 shilling (17 eurocent). Nu is dat amper 60 shilling (5 eurocent)", vertelt Fausta.

Maïs is de belangrijkste bron van inkomsten en 80 procent van de bevolking leeft van de landbouw. De helft van de bevolking wordt echter bedreigd door ondervoeding. Door een falend landbouwbeleid, een vrije markteconomie en de import van gesubsidieerd voedsel uit de VS, Australië, Azië en Europa zijn de prijzen van de producten snel gedaald, luidt het bij Vredeseilanden.

Met de petitie-actie "Doe iets aan de honger in de wereld" legt Vredeseilanden vier eisen op tafel: verdedig het afdwingbaar recht op voedsel; pleit voor een duurzame landbouw zodat het recht realiseerbaar is; hamer op de afschaffing van alle subsidies voor landbouwexport en steun de landen in het Zuiden om hun landbouw te beschermen.

"Dankzij het verblijf in Tanzania kan ik de beleidvoorstellen van Vredeseilanden bijtreden", verklaarde Verwilghen. Volgens de minister is het zijn taak om de vier basisrechten van de mens te verzekeren: toegang tot voedsel, drinkbaar water, onderwijs en gezondheidszorg. Om deze basisrechten voor de ontwikkelingslanden te verwezenlijken is volgens berekeningen van Vredeseilanden 180 miljard dollar nodig. De subsidies die Europa en de VS uitgeven voor de eigen landbouwsector bedragen 300 miljard dollar per jaar. "Cijfers die verbazen", zegt Verwilghen. Daarom wil hij de exportsubsidies (3,4 miljard euro) afschaffen.

De minister beloofde onder meer ook te pleiten voor een volledige vrije markttoegang van de ontwikkelingslanden, het afbouwen van beschermingsmaatregelen en handelsbelemmeringen te verminderen.