Nederlandse landbouwbedrijven stijgen sterk in waarde

De totale balanswaarde van de Nederlandse land- en tuinbouwbedrijven is de voorbije tien jaar met bijna de helft toegenomen. Van 73 miljard euro in 1992 tot ongeveer 110 miljard euro in 2002. Toch is in diezelfde periode het aantal bedrijven met een kwart afgenomen. Vooral de grond is sterk in waarde gestegen. Dat blijkt uit berekeningen van het Nederlandse Landbouweconomisch Instituut.
16 september 2004  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:54
De totale balanswaarde van de Nederlandse land- en tuinbouwbedrijven is de voorbije tien jaar met bijna de helft toegenomen. Van 73 miljard euro in 1992 tot ongeveer 110 miljard euro in 2002. Toch is in diezelfde periode het aantal bedrijven met een kwart afgenomen. Vooral de grond is sterk in waarde gestegen. Dat blijkt uit berekeningen van het Nederlandse Landbouweconomisch Instituut.

Het gemiddelde boerenbedrijf in Nederland had eind 2002 ruim anderhalf miljoen euro vastgelegd in het bedrijf, waarvan 38 pct in grond. Met een balanswaarde van ongeveer 50 miljard euro heeft de melkveehouderij er bijna de helft van het kapitaal op agrarische bedrijven in handen.

In 1992 bestond ruim 50 miljard euro van het balanstotaal uit eigen vermogen. In 2002 was dat bedrag opgelopen tot 72 miljard euro. De solvabiliteit in de grondgebonden sectoren is bij onze noorderburen duidelijk hoger dan in de intensieve veehouderij. In de intensieve veehouderij komt zelfs meer vreemd dan eigen vermogen voor.

Sedert 1992 zijn de hypothecaire leningen bij banken met ruim tweederde toegenomen, tot een bedrag van ongeveer 21 miljard euro. Een vijfde van het balanstotaal bestaat uit vermogen dat door banken beschikbaar is gesteld. Dit aandeel is het hoogst in de intensieve veehouderij, waar gemiddeld ruim 400.000 euro per bedrijf afkomstig is van langlopende leningen bij baken.

Bron: Agriholland

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek