Nederlandse landbouwminister legt ingrijpend nitraatplan op tafel

In Nederland ligt een nieuw actieprogramma Nitraatrichtlijn op de tafel. Daarin lanceert ontslagnemend landbouwminister Carola Schouten een aantal ingrijpende voorstellen om de waterkwaliteit te verbeteren. Zo wil ze meer duurzame teelten gaan verplichten en wil ze naar twee tot vijf meter brede bufferzones rond waterlopen. Landbouworganisatie LTO vindt dat het plan het ondernemerschap van landbouwers fnuikt.

9 september 2021  – Laatst bijgewerkt om 9 september 2021 18:20
Lees meer over:

De waterkwaliteit in Nederland voldoet nog steeds niet aan de normen die in de Kaderrichtlijn Water staan. Door te veel meststoffen uit de landbouw wordt in een groot deel van de sloten, beken, meren en rivieren nog een te hoge nitraatconcentratie gemeten. Dat is bijvoorbeeld het geval bij meer dan de helft van de landbouwbedrijven in de zuidelijke zand- en lössregio (löss is fijne leem, een bodem die voorkomt in gebieden met veel reliëf in Zuid-Limburg, red.).

Omdat we zo ver tegen milieugrenzen aanschuren, zijn er geen gemakkelijke oplossingen meer

Carola Schouten - Ontslagnemend Nederlands minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Parallel met stikstofproblematiek

“Een goede waterkwaliteit is in ieders belang, voor mens en dier, voor natuur en milieu, maar ook voor de landbouw zelf”, zo stelt minister Schouten in een persbericht. "We hebben samen de waterkwaliteit al flink kunnen verbeteren, maar de laatste jaren is een verdere verbetering uitgebleven. Omdat we zo ver tegen milieugrenzen aan schuren, zijn er geen makkelijke oplossingen meer. We moeten nu alle zeilen bijzetten om te zorgen dat we onze doelen voor waterkwaliteit gaan halen.”

De minister wijst erop dat een goede waterkwaliteit belangrijk is voor de biodiversiteit. “Er zijn hier parallellen te trekken met de stikstofproblematiek: sommige organismen zijn gebaat bij veel stikstof en fosfor en kunnen door hun toename andere soorten verdringen. Stikstof en fosfor in het oppervlaktewater zorgen voor algvorming en kroosbedekking en als dat te veel gebeurt, dringt er onvoldoende zonlicht door voor de waterplanten. Als deze gaan rotten, onttrekt dat zuurstof aan het water waardoor vissen sterven.”

Om het tij te keren, heeft Schouten een nieuw ontwerp voor het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn voor de periode 2022-2025 naar de Nederlandse Tweede Kamer gestuurd. Daarin staan een aantal “stevige maatregelen”, zoals de minister zelf zegt. Het gaat zowel om maatregelen die voor heel Nederland gelden als een aantal gebiedsgerichte voorstellen.

Rustgewassen verplicht

Zo wil de minister dat Nederlandse land- en tuinbouwers werk maken van wat zij een “duurzaam bouwplan” noemt. Dit houdt in dat er vanaf 2023 op elk perceel eens in de vier jaar een rustgewas wordt geteeld. Rustgewassen kunnen bijvoorbeeld granen en vlinderbloemigen, maar de minister wil op een later tijdstip bepalen welke gewassen daarvoor in aanmerking komen. Tegen 2027 wil ze dat één keer per drie jaar zo’n rustgewas wordt gezaaid.

Voor boeren op zand- en lössgrond, waar de problemen met de uitspoeling het grootst zijn, komt er vanaf 2023 de verplichting om op 60 procent van hun percelen voor 1 oktober – dus na het oogsten van de hoofdteelt – een vanggewas of winterteelt in te zaaien. Vanaf 2027 moet dat op alle percelen zand- en lössgrond gebeuren.

Teeltvrije bufferstroken langs waterlopen

Langs waterlopen wordt in het voorstel gesproken van bredere teeltvrije bufferstroken waar geen bemesting of bespuiting mag gebeuren. “Dat vermindert niet alleen de uitspoeling van nutriënten, maar het vermindert ook de druk van gewasbeschermingsmiddelen en heeft zo een positief effect op de biodiversiteit”, benadrukt de minister.  

Die bufferzones moeten zelfs vijf meter breed zijn langs kwetsbare waterlopen. Voor de overige waterlopen volstaat een teeltvrije strook van twee meter. Wel wil de minister de waterschappen de bevoegdheid geven om te bepalen waar deze bufferstroken achterwege kunnen blijven. Er wordt nog bekeken of op brede bufferstroken andere teelten, zoals bijvoorbeeld van walnoten, kunnen toegestaan worden en of daar vanuit het GLB een vergoeding kan tegenover staan.

De minister wil ook het in Nederland bestaande stelsel van stikstofgebruiksnormen en stikstofwerkingscoëfficiënten evalueren en de effecten van vanggewassen beoordelen. Waar nodig wil ze dan gaan bijsturen. Daarnaast komt er in het voorgestelde maatregelenpakket extra ruimte vrij voor strorijke mest en organisch rijke meststoffen, zowel in hoeveelheid als in uitrijperiode. “Daarmee kan het organische stofgehalte in de bodem verhoogd worden. Wat ten goede komt aan het klimaat en de weidevogels”, stelt Schouten.

Kosten verdelen over de keten?

Ze is ervan overtuigd dat met deze bijsturingen de doelen voor de grondwaterkwaliteit kunnen gehaald worden. Dat blijkt volgens de minister uit de Milieueffectrapportage. “Voor de kwaliteit van het oppervlaktewater zou dat niet het geval zijn, maar we gaan verder onderzoek doen naar aanvullende maatregelen om ook op dat vlak de doelstellingen te halen”, klinkt het.

Naar de economische impact van het voorgestelde maatregelenpakket wordt momenteel onderzoek gevoerd. “We willen samen met de hele keten bekijken hoe mogelijke kosten kunnen worden opgevangen en de boer een goed verdienmodel kan behouden”, aldus Schouten. Ze wil ook kijken naar mogelijkheden binnen het nieuwe GLB om de boeren te ondersteunen “in deze omslag naar meer duurzaamheid”.

“Ondernemerschap gefnuikt”

De grootste Nederlandse landbouworganisatie LTO is kritisch voor het nieuwe nitraatplan. “In het plan staan zware maatregelen die sterk ingrijpen op de ondernemersvrijheid van landbouwers en die hen geen enkel perspectief geven”, klinkt het. “Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gaat hier op de stoel van de ondernemer en de verwerker zitten om kalenderlandbouw te bedrijven. Er worden voorschriften opgelegd waarbij het enige doel lijkt om maatregelen juridisch sluitend te maken.”

Het ministerie gaat hier op de stoel van de ondernemer en de verwerker zitten om kalenderlandbouw te bedrijven

Nederlandse landbouworganisatie LTO

Hoewel de economische impact nog niet is onderzocht, staat het volgens LTO buiten kijf dat dit actieprogramma een negatieve impact heeft op het verdienvermogen van de boeren. “Bovendien wordt er voor veel van de maatregelen verwezen naar middelen uit het GLB: een sigaar uit eigen doos dus.”

De landbouworganisatie roept de overheid op om boeren nu eens echt te motiveren en stimuleren om tot nog beter beheer van bodem en gewas te komen. “Dat kan door het veelgenoemde begrip kringlooplandbouw serieus inhoud te geven en ervoor te zorgen dat landbouwers hun gewas optimaal kunnen bemesten en de bodem kunnen verbeteren met zoveel mogelijk producten uit de agrarische kringloop.” LTO roept de overheid daarnaast op om alleen effectieve maatregelen op te leggen waar het nodig is en niet in gebieden of op bedrijven waar de doelen al worden behaald.

Snel schakelen

Hoewel de regering in Nederland ontslagnemend is, werd ze door de Europese Commissie op de vingers getikt om werk te maken van een aantal landbouwdossiers. Zo moet het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn nog voor het eind van het jaar goedgekeurd worden door Europa. Dat is ook belangrijk voor de verlenging van de Nederlandse derogatie, die eind dit jaar afloopt. Momenteel loopt een internetconsultatie over het programma, volgende week wordt erover gedebatteerd in de landbouwcommissie van de Tweede Kamer.  

Vlaanderen: naar tussentijdse verstrenging MAP6?

Ook Vlaanderen worstelt al jaren met de waterkwaliteit. In 2019 werd overgegaan tot een nieuw Mestactieplan (MAP), het zesde in de rij. Dat plan geldt voor de periode 2019-2022. MAP6 zet onder meer in op goede bemestingspraktijken, gebiedsgerichte maatregelen en versterkte handhaving.

Omdat de waterkwaliteit sinds het ingaan van MAP6 nog niet is verbeterd, kondigde Vlaams omgevingsminister Zuhal Demir (N-VA) in mei dit jaar aan dat ze niet tot 2023 wil wachten wanneer MAP7 in voege zou moeten gaan, om strengere normen op te leggen. Tegen begin 2022 wil ze een tussentijdse verstrenging, die de naam MAP6+ heeft gekregen, klaar hebben.

Bron: Eigen verslaggeving / Nieuwe Oogst / Boerenbusiness

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek