Nederland gaat Hedwigepolder niet onder water zetten

De Hedwigepolder in Zeeland komt toch niet onder water te staan. De Nederlandse regering heeft vrijdag besloten dat het ontpolderen van twee polders ten oosten van Vlissingen het natuurherstel in de Hedwigepolder moet vervangen. Het kostenplaatje voor de Nederlandse regering valt zo'n 35 miljoen euro hoger uit, maar premier Mark Rutte verwacht dat ook het draagvlak groter zal zijn.

Door het aanhoudende protest van boeren en burgers spraken de Nederlandse partijen VVD en CDA in hun regeerakkoord eind vorig jaar af om te zoeken naar alternatieven voor het onder water zetten van de Hedwigepolder. De keuze is gevallen op het ontpolderen van de Schorer- en Welzingepolder bij Vlissingen, verklaarde staatssecretaris voor Landbouw Henk Bleker. Volgens De Standaard is de beslissing een zegen voor een vijftiental Belgische landbouwers die in de Hedwigepolder grond pachten.

Het vorige Nederlandse kabinet had al naar alternatieven gezocht voor de ontpoldering van de rijke landbouwpolder, maar was uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat het onder water zetten van de polder onvermijdelijk was gelet op het verdag dat Nederland in 2005 tekende met Vlaanderen over natuurcompensaties voor het uitdiepen van de Westerschelde. De Westerschelde is immers onderdeel van een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden.

Het herstel vindt in drie fasen plaats. Allereerst worden op drie plaatsen slikken en schorren in de Westerschelde verbeterd. Hiermee vindt natuurherstel buitendijks plaats. Het gaat om de Appelzak bij het Rijn-Scheldekanaal, de Slikken van Hulst en de Platen van Ossenisse. De tweede fase is de ontpoldering bij Vlissingen. Vervolgens bekijkt het kabinet wat er nog nodig is aan natuurherstel.

De compensatie moest 300 hectare aan natuurherstel opleveren. De eerste fase van het nieuwe plan levert ongeveer 123 hectare aan natuurherstel op, het ontpolderen bij Vlissingen ongeveer 150 hectare. Fase één en twee kosten 135 miljoen euro. Omdat de Hedwigepolder niet wordt ontpolderd, moet een dijk worden aangelegd bij de door Vlaanderen te ontpolderen Prosperpolder. Dat kost 15 miljoen euro. Hierdoor komen de kosten uit op bijna 150 miljoen euro, ongeveer 35 miljoen meer dan de eerder gereserveerde 114 miljoen euro.

Premier Mark Rutte verwacht evenwel dat ook het draagvlak groter zal zijn. In Nederland althans, want Vlaams minister-president Kris Peeters heeft intussen zijn ongenoegen al geuit over de koerswijziging. De Nederlandse staatssecretaris Bleker vertrouwt erop dat Vlaanderen en de Europese Commissie zich uiteindelijk zullen kunnen vinden in het alternatief voor het ontpolderen van de Zeeuwse Hedwigepolder. Volgens Bleker is er wel een bijsturing van de Scheldeverdragen nodig. Kris Peeters laat verstaan dat hij van Nederland respect voor de Scheldeverdragen verwacht. "Als Nederland nu iets anders beslist heeft, is er een probleem. De verdragen moeten gerespecteerd worden. Pacta sunt servanda", zegt Peeters.