Minder nitraatvervuiling door landbouw
nieuwsVanaf 1 juli '99 beschikt de VMM over een zogenaamd MAP-meetnet waar de vervuiling van het oppervlaktewater door de landbouw gemeten wordt. De VMM beschikt over 266 meetpunten waar de resultaten minstens maandelijks worden gecontroleerd.
Een vergelijking tussen de meetperiode 1999-2000 en de periode 2000-2001 leert dat de toestand verbeterd is, zo zei Henk Maekelberghe van de VMM maandag op een persconferentie. Tussen juli '99 en juni 2000 werd de nitraatconcentratie van 50 mg/l nog in 61 pct van de gevallen minstens éénmaal overschreden. Tussen juli 2000 en maart 2001 was er een overschrijding in 48 pct van de gevallen.
De belangrijkste verbetering werd vastgesteld in de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen, met een dalende overschrijding van 20 pct in beide gevallen. West-Vlaanderen, waar de overgrote meerderheid van de meetpunten negatief scoort, blijft echter nagenoeg status quo (een kleine daling met twee pct).
De resultaten werden ook uitgesplitst per rivierbekken, waaruit blijkt dat de bekkens van de beneden-Schelde, de Nete, de Gentse kanalen en de Maas het behoorlijk beter doen.
De onderzoekers hoeden zich er echter voor om harde uitspraken te doen op basis van deze cijfers omdat de nitraatvervuiling door verschillende factoren wordt beïnvloed. Toch zijn ze optimistisch omdat het gemiddelde van de nitraatmetingen op alle MAP-meetplaatsen van 37,2 mg/l in de periode tussen '99 en 2000 naar 32,8 mg/l (of een daling met 11,4 pct) in de periode 2000-2001 is gezakt.
"We zitten op de goede weg", zo zei leefmilieuminister Vera Dua bij de voorstelling van de onderzoeksresultaten. De hoeveelheid neerslag sluit ze uit als verklarende factor. De uitspoeling van nitraten is immers sterk afhankelijk van de hoeveelheid neerslag, maar in 1999 is meer neerslag gevallen dan in 2000. Dua verklaart de verbetering vooral door de verstrengde mest-uitrijregeling in het kader van MAP2.
Bron: Belga