Milde straffen gevorderd op dioxineproces

Het zijn de Belgische staat, het Voedselagentschap en het Vlaams Gewest die dat bedrag van 400 miljoen euro eisen. De overheden gaven bij het uitbreken van de dioxinecrisis, ruim negen jaar geleden, steun aan boeren die dreigden failliet te gaan. Dat geld eisen ze nu terug. "Mocht de Belgische staat dit niet gedaan hebben, stonden we hier niet. Dan was iedereen allang failliet gegaan", zei advocaat Yoeri Vastersavendts, die de Belgische staat verdedigt.

De kans dat vader en zoon Verkest het duizelingwekkende bedrag kunnen terugbetalen, is bijna onbestaande. Bovendien zijn er nog de eisen van een zestigtal burgerlijke partijen, vooral kleine zelfstandigen maar ook veevoederbedrijven. De Brabander uit Roeselare bijvoorbeeld, waar de dioxinebesmetting aan het licht kwam, vraagt 7,7 miljoen euro schadevergoeding. "Wij hebben al het mogelijke gedaan om open kaart te spelen en hebben zware schade opgelopen", motiveerde de advocaat van De Brabander zijn eis. Nadat alle burgerlijke partijen aan het woord waren geweest, schorste rechter Jan Van den Berghe de zitting. "Zo kan iedereen rustig een broodje kip eten", zei hij laconiek.

De openbare aanklager toonde zich na de middagpauze een pak milder dan de burgerlijke partijen. Voor Jan en Lucien Verkest eist hij 2 jaar cel met uitstel. Daarnaast wil hij voor hen een boete van zo'n 5.000 euro en een beroepsverbod van drie jaar. Ook hun inkomsten, geschat op ongeveer 7.500 euro, wil hij verbeurd verklaard zien. "Ze dienden te weten dat hun manier van werken vroeg of laat catastrofale gevolgen kon hebben. Daarnaast moet je je ook afvragen welk nut het heeft om die mensen effectief in de gevangenis op te sluiten", motiveerde hij zijn vordering. "Verkest wist dat er mogelijk pcb's en dioxine in het vet zat en verkocht het toch aan veevoederbedrijven. Het technisch vet dat ze erin vermengden, was afkomstig van het Waalse bedrijf Fogra, dat de vetten onder meer ophaalde bij containerparken".

Op die manier belandde frituurolie, plastic en zelfs motorolie in de voedselketen. "Fogra bouwde geen controlemechanismen in en verkocht het technisch vet bewust als dierlijk vet", ging de procureur verder. Jacques en Jacqueline Thill van Fogra riskeren een voorwaardelijke celstraf van één jaar en 5.000 euro boete, evenveel als voor vader en zoon Verkest.

Jan en Lucien Verkest worden officieel beschuldigd van schriftvervalsing, gebruik van valse facturen en de levering van bedrieglijke koopwaar. Meester Hans Rieder, die voor Verkest optreedt, liet gisteren alvast nog niet in zijn kaarten kijken. Meester Yves Nelissen Grade, die de Thills verdedigt, vloog wel al uit tegen de voorzitter van de rechtbank. "Het onderzoek heeft 9 jaar geduurd. Mijn cliënten zijn vanuit Wallonië naar hier gereden en zijn niet eens ondervraagd. Dit is geen justitie meer", riep hij verbouwereerd op het einde van de zitting.

Jacques Thill zelf stamelde na afloop dat hij "hoop heeft in de Belgische justitie en niet bang is". Hij legt de fout bij Verkest. Morgen komen de advocaten van de Verkests en Thills aan het woord.(KS)