Reportage

Melkveehouder verliest 30 liter melk per koe door blauwtong

Reportage

Het blauwtongvirus woekert sinds enkele weken in de Vlaamse veestapel. Waar eerst de schapenhouders wakker lagen van het virus, houden nu ook rundveehouders hun adem in. “De gevolgen voor het melkvee zijn onderschat”, klinkt het bij DGZ dat veel vragen over het virus te verwerken krijgt. VILT vond in de Limburger Bart Van den Hout één van de weinige melkveehouders die wilde getuigen over het virus. Door vroege detectie van het probleem heeft hij de schade volgens eigen zeggen kunnen beperken. “Wij hebben geen sterfgevallen, maar wel een sterke terugval van de melkgift.” 

21 augustus 2024 Jerom Rozendaal
Bart van den Hout krijgt advies van dierenarts

Dierenarts Jaak Clijsters spuit een dosis ontstekingsremmer in de hals van koe nummer 8707 op het bedrijf van Bart van den Hout in Maaseik-Neeroeteren in het uiterste puntje van Limburg, aan de Nederlandse grens. Het dier maakt al enkele dagen koorts en het slijm druipt uit haar neus. “Deze combinatie aan factoren is een indicatie dat de koe met het blauwtongvirus besmet is”, vertelt de dierenarts. “Meer kun je niet doen. Het gaat om een virus, de koe moet uitzieken.” 

Clijsters is dierenarts in de regio en ziet het virus om zich heen grijpen. Hij schat dat minstens 30 procent van zijn klanten-veehouders één of meerdere besmettingen met blauwtong heeft, een virus dat wordt overgebracht door knutten en niet van koe op koe kan worden overgedragen. Het ziekteverloop verschilt sterk, van koorts, slijmerige neus, tot kreupelheid bij koeien en in enkele gevallen zelfs sterfte. “In geval van sterfte was er vaak sprake van een complicatie of onderliggend probleem waardoor de koe minder weerstand had. Denk bijvoorbeeld aan een koe die juist gekalfd heeft en weer opstart of koeien die ook hittestress ervaren.” 

Ontstekingsremmers om de overlast door blauwtongvirus te verminderen
Dierenarts Jaak Clijsters controleert de toestand van zieke koeien

Koorts en verminderde herkauwactiviteit

Van den Hout (39) stelde zo’n tien dagen geleden de eerste blauwtongbesmetting in zijn 900-koppige veestapel vast en heeft inmiddels 12 gevallen gehad. Bij zijn dieren verlopen de symptomen mild. Dat komt volgens hem omdat hij de besmetting in een vroegtijdig stadium ontdekt had. “Sinds enkele maanden werken we met smaxtec, een softwaresysteem dat informatie uitleest uit een bolus die in de maag van de koe is ingebracht. Deze bolus heeft meerdere sensoren waardoor verschillende activiteiten en gezondheidseigenschappen permanent in kaart worden gebracht. Hierdoor merkten we het direct toen een koe koorts maakte en haar herkauwactiviteiten afnamen. 

Nadat hij aan de hand van de ziektesymptomen een aantal “standaard”kwalen kon afstrepen, beseft Van den Hout dat hij met blauwtong te kampen had, alhoewel de melkveehouder tot op heden wacht op bevestiging van het laboratorium. “Maar wat kan het anders zijn. Veel veehouders en schapenhouders in de regio kampen ermee en de koorts is erg hardnekkig, met ontstekingsremmers niet te bestrijden.” 

Koe met blauwtongsymptonen in de veestapel van Bart van den Hout

30 liter minder melk

Dat de besmette koeien het moeilijk hebben, blijkt ook uit de melkgift. Koe nummer 8707 is teruggevallen van een melkgift van 40 naar 11 liter. “Vermoedelijk zal dit wel weer herstellen en kan zij de 30 liter weer halen, maar een volledig herstel is uitgesloten”, vertelt Van den Hout die twee jaar geleden een hardnekkige clostridiuminfectie in zijn melkveestapel te verwerken had. “Dat is een bacterie die in het ruwvoer zat”, vertelt de melkveehouder die veel economische schade door een verminderde melkgift opliep en tegenwoordig ook inent tegen clostridium. 

Alhoewel er sinds april ook een vaccin beschikbaar is tegen het blauwtong serotype 3 heeft de Limburger zijn veestapel nog niet ingeënt. Hij weet ook nog niet zeker of hij dat gaat doen. “Vaccineren brengt een behoorlijke kost met zich mee (rond de 10 euro voor twee vaccins, red.) en voorlopig valt de schade mee. Het melkverlies van een zieke koe kan hoog zijn, maar de impact op de totale melkplas is vooralsnog laag. We zullen later in het jaar beslissen of we in de toekomst gaan vaccineren”, vertelt de Limburger die als één van de weinige melkveehouders wilde getuigen voor VILT. 

Verdere verspreiding virus

Statistieken van het Voedselagentschap tonen aan dat het virus zich snel verspreidt. Waar Vlaanderen vorige week maandag nog 501 besmettingen telde, waren dat er begin deze week al 874. Het is de vraag of deze cijfers geen onderschatting van de realiteit zijn. Zo zijn bijvoorbeeld de 12 gevallen van Van den Hout nog niet meegenomen in de cijfers. “En ik denk dat veel veebedrijven die getroffen zijn, geen melding hebben gedaan”, aldus de melkveehouder.

De brandhaard van de uitbraak bevindt zich in de provincies Antwerpen, Luik en Limburg, met respectievelijk 161, 133 en 129 uitbraken. Volgens Xanthe Helsen, dierenarts in de Kempen, is de schade op sommige bedrijven groter dan op andere bedrijven. “Dat kan afhangen van de gezondheid van de veestapel en de immuniteit van de dieren en ook de afstand tot een waterloop. Bedrijven dicht bij een waterloop lijken harder getroffen” Zij noemt het voorbeeld van een “goed” bedrijf met 250 koeien waarvan er 20 procent symptomen vertoont. “Hier waren vier abortussen, drie sterfgevallen en worden er tien koeien vervroegd naar het slachthuis afgevoerd.” Zij vervolgt: “De melkproductie op ernstig getroffen bedrijven is met 20 procent gedaald.”

Helsen schat dat ongeveer de helft van de melkveestapel in haar regio gevaccineerd is. “Gevaccineerde dieren kunnen de ziekte wel doormaken, maar wij zien wel minder ernstige symptomen in dat geval.” Ook constateert de dierenarts dat het melkvee meer te lijden heeft onder het blauwtongvirus dan het vleesvee. “Melkkoeien moeten dagelijks presteren als topsporters. Daardoor zijn zij gevoeliger voor ziektes dan vleesvee”, verklaart ze.

Ventilatie in de stal helpt

Preventie met ventilatoren

Ook bij Dierengezondheidszorg Vlaanderen merkt men dat het virus zich uitspreidt over Vlaanderen. De organisatie krijgt veel telefoontjes met vragen van veehouders en dierenartsen die kampen met blauwtongbesmettingen, vertelt DGZ-dierenarts Koen De Bleecker. Alhoewel de infectie vooral schade en veel sterfte ontketent in de schapenhouderij, zijn er ook in de rundveehouderij behoorlijk wat sterfgevallen te betreuren.  

DGZ roept alle schapen- en rundveehouders op alsnog over te gaan tot vaccinatie als zij nog niet getroffen zijn door het virus. “Als het virus al woedt, heeft inenten geen zin meer en is het zaak om de ziekte te laten uitrazen”, aldus De Bleecker die ook nog als tip meegeeft om de stallen goed te ventileren. Knutten houden niet van luchtstromen.

FAVV laat weten een verdere toename van het aantal besmettingen te verwachten, mogelijk zelfs tot september en oktober. "Van de late herfst tot vroege lente, wanneer de temperaturen lager zijn dan 10 graden Celsius en de knut niet actief is, worden normaal geen nieuwe gevallen vastgesteld."

Smart dairy farming

Door forse uitbreiding van zijn veestapel gingen Bart Van den Hout en zijn familie op zoek naar tools om de veestapel en de gezondheid van de dieren makkelijker te kunnen monitoren. De Limburger runt het bedrijf met 900 melkkoeien samen met zijn ouders en zijn broer Rudy.

Naast de bolussen, die een aantal (gezondheids)eigenschappen van de koe in beeld brengt, heeft de melkveehouder sinds kort ook een zogenaamde CattleEye opgehangen. Dat is een camera in de stal die koeien filmt als ze terugkomen van het melken in de melkcarrousel. Aan de hand van AI wordt eventuele kreupelheid van de dieren vastgesteld en wordt ook een “lichaam-conditiescore” toegekend. Bij kreupelheid of eventuele signalen van vermagering of verdikking wordt de melkveehouder via een softwaresysteem gewaarschuwd.

Deze digitale hulpmiddelen helpen de melkveehouder om zijn aanzienlijke veestapel beter te kunnen monitoren. Ook in de voedergift heeft Van den Hout een digitaliseringsslag gemaakt. Zo is de mengwagen, die het veevoer mengt en uitstrooit voor de voerrekken, voorzien van een sensor die het drogestofgehalte van het ruwvoeder in kaart brengt. “Als de mengwagen voor 80 procent gevuld is, berekent de sensor het drogestofgehalte. Aan de hand hiervan bepaalt hij de verdere dosis van de ruwvoer”, aldus de melkveehouder. Door het optimaliseren van het rantsoen hoopt hij de komende jaren in productie te kunnen stijgen van 11.000 liter melk per koe per jaar, naar 12.000. “We zullen wel zien hoever we komen”, aldus de boer.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek