Meer campylobacter en minder salmonella in biokip

Van de genomen stalen bleek 3,4 pct besmet te zijn met salmonella, terwijl de gangbare sector in Nederland een cijfer boekt van 11,2 pct. Campylobacter komt voor in 36,3 pct van de biologische stalen terwijl de gangbare sector in dit geval beter scoort met 25,9 pct. De bij gangbare monsters veelvuldig voorkomende Salmonella Java werd niet aangetroffen bij monsters van de biologische pluimveehouderij.

In het onderzoek werd ook gekeken naar de resistentie tegen antibiotica van bacteriën die afkomstig zijn van biologisch kippenvlees, in vergelijking met producten uit de intensieve pluimveehouderij. Bij Escherichia coli en Enterobacter faecalis valt op dat bij monsters uit de intensieve kweek tegen meer antibiotica resistentie wordt aangetroffen. Biologisch gehouden dieren mogen niet behandeld worden met antibiotica als ze geen ziekteverschijnselen vertonen. Als dat wel het geval is, mogen antibiotica alleen onder strenge voorwaarden worden gebruikt.

De consument hoeft zich niet meteen zorgen te maken over bovenvermelde resultaten. Bij voldoende verhitting worden de bacteriën onschadelijk gemaakt. Wel moet de consument kruisbesmetting voorkomen. Dat kan door keukenmaterialen waarmee rauw vlees in aanraking is geweest eerst te reinigen voor verder gebruik.

Meer informatie: Survey pathogenen in kipproducten uit biologische teelt, 2003