Limburgse boeren geven houtkanten tweede leven als bodemverbeteraar
nieuwsEen bodemverbeteraar die geen impact heeft op je mestbalans: het bestaat. Boerennatuur Vlaanderen heeft een project opgestart in drie Limburgse gemeenten waar geëxperimenteerd wordt met houtsnippers als bodemverbeteraar. De organisatie ziet via haar project 'Bodemgoud' een beloftevolle manier om het organisch koolstofgehalte en de algemene bodemkwaliteit te verbeteren, op een ecologische manier.
Wanneer een akker omringd is door houtkanten, is dit doorgaans enkel om ecologische redenen. De heggen en ander groen zorgen voor meer biodiversiteit, gaan bodemerosie tegen en de boer krijgt een compensatie voor deze onproductieve stroken. Maar hoeven ze ook onproductief te zijn? Volgens Boerennatuur Vlaanderen kunnen de snippers van gesnoeide houtkanten dienst doen als prima bodemverbeteraar, zonder impact op de mestbalans.
Ecologisch én economisch voordeel
Dierlijke mest wordt als vanouds gebruikt om akkers vruchtbaar te maken, maar brengt enkele grote nadelen met zich mee. In Vlaanderen hebben we de mestbalans. Dat is een standaard die bepaalt hoeveel dierlijke mest boeren op hun akkers mogen gebruiken. Dierlijke mest bevat namelijk grote hoeveelheden stikstof en dus kan een teveel aan mest de waterlopen vervuilen. Voor boeren die hun bodemkwaliteit willen verbeteren zonder deze balans te overschrijden, vormen houtsnippers volgens Maarten Raman van Boerennatuur Vlaanderen een prima alternatief.
“De voordelen van werken met houtsnippers zijn tweeledig. Enerzijds bevatten ze een verwaarloosbare hoeveelheid stikstof, in die mate dat je er zelfs geen rekening mee moet houden in de mestbalans”, zegt Raman. “Anderzijds geven ze de hagen en houtkanten aan de randen van akkers een waardevolle landbouwfunctie. Boeren krijgen financiële steun om houtkanten te plaatsen, maar in praktijk hebben we veel hagen zien verdwijnen door een gebrek aan landbouwkundig nut. Ze vragen onderhoud, nemen zonlicht weg op de akkers, en sommige boeren beschadigen hun apparatuur door overhangende takken. Allemaal redenen waarom sommige boeren geen houtkanten zetten. Met dit onderzoek tonen we aan dat heggen niet alleen ecologisch, maar ook economisch interessant zijn voor de boer, wat hen kan aanmoedigen om toch zulke aanplant te voorzien.”
Nieuwe wetgeving
Het principe van houtsnippers als bodemverbeteraar is niet nieuw. Eerder lanceerde Boerennatuur gelijkaardige projecten in Zuid-Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant. Wel nieuw is dat ook de wetgeving nu is aangepast aan deze techniek. “Vroeger werden houtsnippers wettelijk gezien als afvalstof”, zegt Fien Verbruggen van Boerennatuur Vlaanderen. “Ook hout uit landschapsbeheer werd dus als afval gezien. Wilde je ze gebruiken, dan moest je een grondstoffenverklaring indienen bij OVAM. Daar kroop veel administratie, tijd en geld in, zonder dat je als boer de garantie had dat je toelating zou krijgen. Onze organisatie heeft mee aan het stuur gezeten om deze wetgeving aan te passen, met succes. Sinds april dit jaar heb je zulke verklaring niet meer nodig om houtsnippers in te werken op de bodem. De enige vereiste, is dat je een analyse laat uitvoeren op de snippers om te verzekeren dat ze aan de nodige eisen voldoen. Die analyse is eenvoudig en kost ongeveer 120 euro, een groot verschil dus met het oude systeem.”
Volgens Verbruggen zullen de gangbare houtkanten in duurzaam beheer deze analyse met glans doorstaan. “De analyse is nodig om te bekijken of er bijvoorbeeld voldoende kernhout in de snippers zit. Dat heeft het beste effect op je bodem. Louter schors gebruiken zal ook een positief effect hebben, maar niet zozeer als hardhout. Snoeisel van hagen en particulieren mogen dan weer niet ingewerkt worden, want daar zit te veel bladafval in, en te kleine snippers. Klein takhout en bladafval bevat ook minder koolstof, dus het is hoe dan ook minder interessant voor de boer.”
Werkwijze
Volgens Raman zijn er heel wat manieren om de doeltreffendheid van je houtsnippers te maximaliseren. “De grootte van je houtsnippers is belangrijk, die hou je best op zo’n drie tot vijf centimeter. Ze mogen niet te grof zijn, maar ook niet te fijn, want dan heb je een te snelle vertering. Ook de periode waarop je de snippers opvoert is van belang. Aan de vertering van houtsnippers is een stikstofvraag verbonden, en deze mag niet concurreren met de stikstofvraag van je gewassen. Daarom raden we aan om houtsnippers op te voeren in het najaar, vlak voor de groenbedekker wordt ingezaaid. Zo wordt de vertering op gang gebracht in de winter. Strooi je je snippers uit tijdens de winter of in het voorjaar, dan ben je eigenlijk te laat, want je wil dat de aanwezige stikstof naar je teelt gaat en niet naar je houtsnippers.”
Er zijn ook praktische redenen om in het najaar te strooien. “Je houtsnippers laat je best op de bodem liggen. Als je ze dan toch inwerkt, zeker niet dieper dan tien centimeter diepte, want anders zit je met een heel andere verteringscontext. Wat je wil bekomen, is dat je een natuurlijke situatie nabootst. In een bos vallen takjes en schors ook op de oppervlakte van de bodem, en niet 30 centimeter onder de grond. De schimmels die in onze bodem leven op 10 centimeter diepte, zijn heel anders dan de schimmels die we vinden op 20 of op 50 centimeter diepte. Snippers in 30 centimeter diepe, omgeploegde grond maken geen schijn van kans om goed verteerd te worden, want in de natuur komt dat niet voor. Of ze moeten tot die diepte gebracht zijn door kevers en wormen, maar ook dat is iets wat je beter natuurlijk laat gebeuren. Zo krijg je een robuustere bodem, en heb je dus ook een lagere kans op plantziektes.”
Waterhuishouding
Nog een voordeel van deze techniek, is een betere waterhuishouding. Volgens Raman helpen de snippers om je grond zowel droogte- als waterbestendig te maken. "Enerzijds kan een kwaliteitsvolle bodem meer water vasthouden, anderzijds is hij luchtiger”, zegt hij. “De houtsnippers worden namelijk verteerd door regenwormen en pendelaars, kleine diertjes die zorgen dat er kanaaltjes in de bodem ontstaan met een drainerende factor. Zo wapen je je bodem tegen beide extremen van klimaatveranderingen.”
Boeren gezocht
Om boeren te overtuigen om deze techniek toe te passen, werft Boerennatuur Vlaanderen nu boeren voor het project ‘Bodemgoud’ in de gemeenten Hamont-Achel, Peer en Pelt. De organisatie wil zo structurele samenwerkingen opzetten om de houtkanten in het bezit vat Boerennatuur te verwerken tot snippers voor lokale boeren. “We hebben in elk van deze gemeenten zo’n drie kilometer houtkanten, en het is de bedoeling om de snippers nu uit te strooien”, zegt Verbruggen. “Maar in een later onderzoek gaan we werken met gradueel strooien. Hier zullen we eerst een bodemscan uitvoeren, en meer of minder snippers gebruiken op de locaties die er het meeste nood aan hebben. Zo kunnen we de niveaus op het volledige perceel gelijktrekken.”
Reden genoeg om deel te nemen, dus. Raman voegt toe dat landbouwers op verschillende manieren een graantje kunnen meepikken van deze techniek. “Er bestaan subsidiekanalen zowel voor de aanleg en het onderhoud van houtkanten, als voor het gebruik van houtsnippers in de bodem, via de ecoregelingen. Een landbouwer die het slim speelt kan dus een groot deel van zijn kosten op deze manier compenseren.

Bron: Eigen berichtgeving
Beeld: Boerennatuur Vlaanderen