nieuws

Leiden toegevingen Sarkozy tot klimaatcompromis?

nieuws
Met verregaande toegevingen aan de industrie en de Oost-Europese landen hoopt de Franse president en huidig voorzitter van de Europese Unie Nicolas Sarkozy een akkoord over de Europese klimaatplannen in de wacht te slepen. Dat blijkt uit een nieuwe compromistekst die het Franse voorzitterschap donderdag heeft verdeeld bij aanvang van de Europese top in Brussel. Het is de bedoeling dat er ook doelstellingen worden vastgelegd voor de inperking van de uitstoot van broeikasgassen in sectoren als vervoer, landbouw en huisvesting.
11 december 2008  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:06
Met verregaande toegevingen aan de industrie en de Oost-Europese landen hoopt de Franse president en huidig voorzitter van de Europese Unie Nicolas Sarkozy een akkoord over de Europese klimaatplannen in de wacht te slepen. Dat blijkt uit een nieuwe compromistekst die het Franse voorzitterschap donderdag heeft verdeeld bij aanvang van de Europese top in Brussel.

De staatshoofden en regeringsleiders van de 27 lidstaten buigen zich sinds donderdagavond over plannen die de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 met 20 procent moet indijken. Met deze vorig jaar vastgelegde doelstelling profileerde de EU zich opnieuw als internationale voortrekker in de strijd tegen klimaatverandering, maar het kostenplaatje en de economische crisis hebben het enthousiasme sindsdien getemperd. Onder impuls van Duitsland en Italië spaarden de lidstaten kosten noch moeite om de industrie, die de uitstoot met 21 procent moet indijken, te ontzien.

De voorbije weken en maanden zijn de oorspronkelijke voorstellen van de Europese Commissie al ingrijpend aangepast. Zo wou de Commissie dat industriële vestigingen betalen voor de CO2 die ze in de atmosfeer stoten. Vanaf 2013 zouden ze 20 procent van hun CO2-uitstootrechten moeten aankopen op veilingen en dat aandeel zou gestaag stijgen tot 100 procent in 2020. Daar blijft intussen weinig van over. Volgens het laatste voorstel van het Franse voorzitterschap zou in 2020 een aandeel van 70 procent bereikt worden.

Daarbovenop komen er nog tal van uitzonderingen. De EU-lidstaten zijn immers bevreesd dat de concurrentiepositie van de Europese industrie in gevaar zal komen indien er tegen eind volgend jaar geen internationaal akkoord over de strijd tegen klimaatverandering uit de bus komt. Dan dreigen de ondernemingen immers uit te wijken naar landen waar minder strenge regels over de CO2-uitstoot gehanteerd worden. Daarom willen de EU-lidstaten gratis uitstootrechten toekennen aan ondernemingen die blootgesteld zouden worden aan deze zogenaamde koolstoflekken.

De ondernemingen die in aanmerking komen, worden vastgelegd op basis van criteria die rekening houden met de verwachte stijging van de productiekosten en de afhankelijkheid van import en export. Die criteria zijn volgens analisten bijzonder gul. In het laatste voorstel van het Franse voorzitterschap zou naar schatting 90 procent van de industriële vestigingen uitgezonderd worden, inclusief raffinaderijen en sectoren als staal, chemie, papier en cement.

Het plaatje ziet er helemaal anders uit voor de elektriciteitssector, die de helft van de uitstoot van de industrie vertegenwoordigt. Volgens het voorstel van de Commissie zou de sector al vanaf 2013 honderd procent van de CO2-uitstootrechten moeten kopen. Dat leidde tot protest in Polen en andere Oost-Europese landen die nog steeds afhankelijk zijn van verouderde steenkoolcentrales. Zij worden in het laatste voorstel gepaaid met een speciale overgangsperiode. In 2013 wordt in deze landen slechts 30 procent van de rechten geveild en pas in 2020 moeten ze alle rechten aankopen.

De voormalige Oostbloklanden zijn ook nog steeds ontevreden dat er in de plannen geen rekening wordt gehouden met de uitstootreductie die ze realiseerden in de jaren negentig. Het Franse voorzitterschap wil dit opvangen door deze landen een extra 2 procent uit de inkomsten van de veilingen toe te kennen. Dat komt bovenop de 10 procent die in een solidariteitsfonds voor de armste en meest kwetsbare lidstaten wordt gestopt. Ook België kan van deze middelen profiteren. Maar naarmate het aantal geveilde rechten slinkt, vloeien er ook minder opbrengsten naar dit fonds.

Hoewel de industrie donderdag de meeste aandacht zal krijgen, treffen de Europese plannen ook de andere geledingen van de maatschappij. Zo zijn er per lidstaat doelstellingen vastgelegd voor de inperking van de uitstoot in sectoren als vervoer, landbouw en huisvesting. België moet een inspanning van 15 procent leveren. Daarnaast wil Europa tegen 2020 20 procent besparen in de energieconsumptie en het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de consumptie optrekken tot 20 procent. België moet zijn aandeel optrekken tot 13 procent.

Over hernieuwbare energie bereikten de lidstaten eerder deze week al een akkoord met het Europees parlement, dat in al deze dossiers medebeslissingsrecht heeft. Over de overige doelstellingen bestaat er nog grote onenigheid. Zo willen de vertegenwoordigers van het EP dat de lidstaten een groter deel van de inkomsten uit veilingen aanwenden voor investeringen in duurzame technologie. Daarnaast protesteren ze tegen de ruime mogelijkheden om de inspanningen in eigen land te beperken via investeringen in de derde wereld. Ook vinden de Europarlementsleden dat er meer geld moet vrijgemaakt worden voor de ontwikkeling van ondergrondse opslagplaatsen voor CO2.

De europarlementsleden stemmen volgende week in Straatsburg. Ondanks de bezwaren stellen waarnemers zich de vraag of de volksvertegenwoordigers "neen" durven zeggen tegen een moeizaam bereikt compromis tussen de lidstaten. Bovendien kijkt de hele wereld mee. Het Europese klimaatplan wordt immers richtinggevend voor de internationale gemeenschap, die eind 2009 in Kopenhagen een akkoord moet bereiken over de strijd tegen de opwarming van de aarde. VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon lanceerde donderdag alvast een oproep aan de Europeanen om leiderschap te tonen.

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek