nieuws

"Landbouw draagt bij tot verminderde vruchtbaarheid"

nieuws
Vijfenveertig procent van de Vlaamse mannen tussen eenentwintig en veertig jaar kampt met een verminderde vruchtbaarheid of is totaal onvruchtbaar. De kwaliteit van het sperma ging vooral tussen 1980 en 1990 sterk achteruit, voornamelijk als gevolg van de milieuvervuiling. De laatste jaren lijkt de situatie zich wel te stabiliseren, zegt professor Frank Comhaire van het UZ Gent.
8 april 2004  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:53
Vijfenveertig procent van de Vlaamse mannen tussen eenentwintig en veertig jaar kampt met een verminderde vruchtbaarheid of is totaal onvruchtbaar. Dat blijkt uit gegevens van de Gentse spermabank. De kwaliteit van het sperma ging vooral tussen 1980 en 1990 sterk achteruit. De laatste jaren lijkt de situatie zich wel te stabiliseren, zegt professor Frank Comhaire van het UZ Gent.

De gegevens van de jongste vijf jaar tonen dat slechts vijfenvijftig procent van de jonge mannen over optimale zaadcellen beschikt. Acht tot negen procent heeft sperma dat te zwak is om ooit een kind te kunnen verwekken en is dus volledig onvruchtbaar. Vijfendertig tot zevenendertig procent heeft last van een verminderde vruchtbaarheid.

"Vooral die tussengroep is enorm gegroeid", zegt Comhaire. "Het betekent dat de kans dat deze mannen een zwangerschap tot stand brengen niet uitgesloten is, maar dat ze het wel moeilijker zullen hebben en een eventuele vruchtbaarheidsbehandeling soelaas zal moeten brengen". In totaal heeft dus ruim 45 procent of bijna de helft van de Vlaamse mannen sperma dat van slechte kwaliteit is, aldus de professor.

Volgens Comhaire is de grootste boosdoener de milieuvervuiling. "Chemische stoffen als pesticiden en pcb's zitten in de grond, het water en de lucht en beïnvloeden de kwaliteit van het zaad. Een groot probleem vormen vooral de oestrogenen, afkomstig uit de landbouw en restanten van de pil. Zij blijven lang in het oppervlaktewater aanwezig en komen zo soms ook in het drinkwater terecht. Zij zijn de grootste hormoonverstoorders", legt hij uit.

Toch is er ook goed nieuws. De laatste zeven jaar is er geen verdere verslechtering van de spermakwaliteit vastgesteld. "De situatie is enigszins gestabiliseerd. Maar het is te vroeg om van een kentering te spreken", aldus nog de Gentse professor.

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek