Lamy uit kritiek op bilaterale vrijhandelsverdragen
nieuws"Het groeiend aantal bilaterale vrijhandelsverdragen en handelsverdragen met slechts drie of vier deelnemers is slecht voor de wereldhandel als geheel. Hoewel de tekenende landen soms wel direct profijt hebben van het verdrag, wordt de rest van de landen uitgesloten." Dat zei directeur-generaal Pascal Lamy van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Genève.
De Fransman doelt onder meer op het verdrag tussen de Europese Unie en Zuid-Korea dat van kracht is vanaf 1 juli, en onderhandelingen die nog lopen tussen de EU en India, de Verenigde Staten en Zuid-Korea en de VS en Colombia. Mogelijk verwijst Lamy ook naar het voornemen van een aantal landen om af te zien van een allesomvattend nieuw wereldhandelsverdrag, en een serie 'tussenverdragen' te sluiten. Volgens critici is een dergelijke opzet gedoemd te mislukken omdat de pijnlijke dossiers hierin worden gemeden, en landen dus weinig tot geen 'pasmunt' voor onderhandelingen hebben.
De kritiek van Lamy volgt op een sterke toespraak met dezelfde strekking van Peter Zoellick, voorzitter van de Wereldbank. Volgens Zoellick hebben wereldhandelsverdragen hun nut in de laatste 60 tot 70 jaar bewezen. Zoellick riep op juist in tijden van economische onzekerheid groei te bewerkstelligen door toenemende handel. De gedachte hierachter is dat landen vooral moeten doen waar ze een competitief voordeel hebben, en andere zaken over laten aan weer andere landen. Een dergelijke situatie kan worden bewerkstelligd door de concurrentie die open grenzen met zich meebrengt.
In december organiseert de WTO een ministeriële bijeenkomst, maar de verwachtingen zijn niet hoog. Mogelijk wordt hier gekozen voor een wereldhandelsverdrag over onderwerpen die alleen betrekking hebben op de allerarmste landen, al zijn de VS en India vooralsnog tegen. Europa kent al regelingen die de allerarmste landen vrije toegang verlenen tot de Europese markt.
Bron: |
In samenwerking met: agd.media