Lamy: "50 procent slaagkans voor Doha-ronde"

De Doharonde werd opgestart na de aanslagen van 11 september 2001, toen de wereld nood had aan een stevige politiek-economische impuls. De financieel-economische problemen van de jongste maanden dragen er - na jaren vertraging - toe bij dat er voldoende politieke wil is om te proberen tot een akkoord te komen.

Pascal Lamy vertelde de ambassadeurs van de WTO-lidstaten woensdag dat hij op maandag 21 juli een kleine 40 ministers wil verwelkomen. De WTO telt 152 lidstaten. Toch kan met een beperktere groep onderhandeld worden, omdat de lidstaten gegroepeerd zijn in coalities met gelijke belangen. De Europese Commissie spreekt bijvoorbeeld voor de 27 lidstaten.

In het weekend voor 21 juli zouden al enkele bilaterale contacten plaatsvinden. Dan volgen drie dagen om te onderhandelen over de dossiers landbouw en industriële goederen. Vervolgens is nog een dag gewijd aan de liberalisering van dienstensectoren. De vrijdag zou alles in een evenwichtig compromis moeten worden gegoten.

Als die timing kan worden aangehouden, zal het najaar gebruikt worden om het politieke akkoord uit te schrijven tot een gedetailleerde juridische tekst. In die tekst staat per land in welke mate dat land nog de eigen bedrijven mag afschermen van buitenlandse concurrentie.

Een strakke timing is cruciaal om de juridische tekst nog te laten goedkeuren voor de Amerikaanse president George Bush vertrekt. Algemeen wordt aangenomen dat de ratificatie van het akkoord nadien veel moeilijker wordt, met eerst een nieuwe Amerikaanse president, dan een nieuwe Commissie en ook nog verkiezingen in India en Brazilië.

Lamy meent dat de slaagkansen boven 50 procent liggen. Als er in juli geen akkoord kan worden bereikt, is de kans dat de Doharonde later succesvol kan worden afgerond "veel lager dan 50 procent". Met die uitspraak wil hij vooral de WTO-lidstaten onder druk zetten om meer toegeeflijk te zijn.

Dat is nodig omdat er nog altijd geen doorbraak is in de onderhandelingen. De oude en nieuwe economische grootmachten blijven met getrokken messen tegenover elkaar staan. De VS en de EU eisen dat landen als Brazilië, India en China hun invoerheffingen voor industriële goederen sneller en meer verlagen. Die landen eisen van de VS en de EU een grondiger afbouw van de bescherming van de eigen boeren.

Die tegenstelling was woensdag al te horen in de reacties op de aankondiging van Lamy. Europees Commissielid voor Handel Peter Mandelson stelt dat Europa altijd vooropliep in de Doharonde, en dat het nu aan anderen is om 'flexibel' te zijn. De Indiase ambassadeur bij de WTO verklaarde tegenover journalisten dat landbouw het cruciale onderwerp blijft en dat vooral de VS meer moeten doen om de subsidies aan de eigen boeren af te bouwen.

Het Amerikaanse parlement keurde onlangs een wet goed die ruime subsidies biedt aan de eigen boeren. Dat heeft de geloofwaardigheid van de Amerikaanse onderhandelaars aangetast. Bovendien is er de vrees dat Bush niet in staat zal zijn de goedkeuring te krijgen van zijn parlement.(GL)