Laatste veemarkt maakt eind aan lange traditie

Dinsdag komt een einde aan een 120 jaar oude traditie. Dan wordt immers voor de allerlaatste keer de veemarkt van Anderlecht gehouden. Sinds 1890 verzamelen onder de beschermde hallen in hartje Brussel boeren en veehandelaars en worden runderen met handjeklap verkocht. Voor het dierenwelzijn is het beter dat ze ermee ophouden, zeggen sommige experts. "Ik zie de veemarkt van Anderlecht toch met enige spijt in het hart verdwijnen", zegt Jacques Viaene, hoogleraar Landbouweconomie aan de Universiteit Gent, in De Standaard.

"Het is een bladzijde die wordt omgeslagen. De markt van Anderlecht was altijd dé veemarkt van België. Het was ook een sociaal gebeuren. Boeren en handelaren ontmoetten er elkaar. Ze wisselden nieuwtjes uit over veevoer, over subsidies, over dierenziektes, enzovoort. Als je naar de markt was geweest, was je mee", zegt Viaene. Voor de dalende aanvoer op de veemarkt ziet Viaene verschillende oorzaken. "Ten eerste is er de Europese regelgeving die de op het vlak van dierenwelzijn de jongste jaren flink wat strenger is geworden".

"Er wordt ook steeds minder rundvlees gegeten in ons land, de vraag neemt af. En er is de schaalvergroting in de rundveesector. Vroeger had een boer per jaar tien, twintig dieren, nu honderd en meer. Boeren sluiten rechtstreeks contracten af met slachthuizen en vleesgroothandelaren", zegt Viaene. Wordt de boer daar beter van? Of wordt hij, zoals de handelaren op de Anderlechtse veemarkt beweren, dan verplicht om tegen dumpingprijzen te verkopen? Viaene: "Goede vraag, waar geen zwart-witantwoord op te geven is. Enerzijds maakt de boer minder kosten door de rechtstreekse verkoop, anderzijds valt te vrezen dat de boeren meer en meer afhankelijk worden van de grossiers".

Op de veemarkt speelt de wet van vraag en aanbod in haar zuiverste vorm. Dat bevordert een objectieve prijsvorming. De prijzen die op de veemarkten betaald worden, zijn een belangrijk richtsnoer voor de hele sector, zelfs voor de rundveehandel in onze buurlanden. Er zijn ook alternatieven, zegt Viaene. De rundveesector zou kunnen overstappen op een systeem van e-marketing. "In Groot-Brittannië werkt het. Boeren zetten foto's van hun dieren op het net met de kwalificaties erbij. Daarop kan geboden worden".

Eindbalans? "Voor het welzijn van de dieren is het beter dat de markt sluit. Vroeger had elke stad haar slachthuis, nu staan die in de gebieden waar de koeien gekweekt worden. Het transport naar de stad, het extra laden en lossen, dat is nu overbodig", besluit Viaene.