Klachten over geurhinder landbouw in dalende lijn
nieuwsAcht procent is niet tevreden over de leefkwaliteit in zijn/haar buurt. Dat is een procent meer dan vier jaar geleden. Veertien procent zou vrienden en kennissen afraden in de buurt te komen wonen. Dat is wel een verbetering in vergelijking met vooral de eerste meting, toen nog ruim een op de vijf (21 %) negatief adviseerde.
Geuren worden door ruim vijftien procent als hinderlijk omschreven, van 'tamelijk hinderlijk (10 %) over 'ernstig' (4 %) tot 'extreem hinderlijk' (1 %). Tel daar ruim een kwart (28 %) ondervraagden bij die het afgelopen jaar 'een beetje hinder' ondervonden, en het is duidelijk dat stank een probleem vormt. Een op de tien (11 %) heeft de indruk dat de geurhinder toeneemt. Er wordt het hardst geklaagd in de leeftijdscategorie 46 tot 60 jaar. In vergelijking met de vorige peiling klimt het aandeel 'extreme geurhinder' naar 1,3 procent. Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant zijn de provincies die het minst fris ruiken.
Wat stinkt er? Opmerkelijk: de overlast door de buren wordt even zwaar ingeschat als die van het verkeer, en beduidend zwaarder dan de stank van de industrie, de waterzuivering of de landbouw. Buren zetten vooral kwaad bloed als ze afval verbranden in hun tuin, hun keukenafvoer over de scheidingsmuur sturen of met hun allesbrander voor stankoverlast zorgen. In vergelijking met de vorige peiling worden verkeer en buren als alsmaar hinderlijker ervaren, terwijl er beduidend minder wordt geklaagd over landbouw en industrie. Jongeren zeggen wel meer last te hebben van de landbouw, vooral in Limburg. Het verkeer is het hinderlijkst in Antwerpen. Buren zijn een pest in vooral halfopen bebouwing.
Lawaai is een nog grotere bron van irritaties dan stank. Maar geluidshinder is dan ook veel gemakkelijker te meten. Ruim een kwart (27 %) heeft er last van, van 'tamelijk' tot 'extreem'. Reken er de 'beetje gehinderden' bij en je komt aan een ruime meerderheid: 62 procent. Hoger opgeleiden klagen vaker, vooral in Antwerpen en Vlaams-Brabant. Het aantal klachten daalt behoorlijk in vergelijking met de vorige peiling, maar de perceptie is anders: een kwart denkt dat er meer geluidsoverlast ontstaat.
Het verkeer is de kampioen van de lawaaihinder, op behoorlijke afstand gevolgd door de buren, de industrie en vrijetijdsbesteding. Maar de overlast door het verkeer daalt, terwijl de buren en recreatie in de lift zitten. Meer dan een kwart (27 %) wordt 's nachts wakker van het verkeer, tegen bijna een op de zes (15 %) van de buren. De meerderheid van de ondervraagden kan zich niet concentreren in een lawaaierige omgeving, en wordt geïrriteerd en boos. Lichtvervuiling is een veel kleinere kwaal.(KS)
Bron: De Standaard