Kippenboer dankt buren voor hulp bij brand

Dankzij een enorme ventilator die de brandweerkorpsen van Zandhoven, Grobbendonk en Zoersel hadden ingezet, overleefden de meeste kippen in de tweede stal de brand. Je zou denken dat die dieren zwaar getraumatiseerd zijn, maar volgens Wim valt dat nog mee. "Tot mijn eigen verbazing hadden de meesten vanochtend een ei gelegd. Waarschijnlijk zal dat al klaargezeten hebben. Die kippen zien er redelijk relaxed uit, al verwacht ik dat ze hun weerbots nog gaan krijgen. Vandaag heb ik aan de teller gezien dat ze opvallend minder gegeten hebben. Dat verstoorde voedingspatroon wreekt zich altijd in de leg".

Van de ongeveer 9.500 legkippen die in de afgebrande stal stierven, schat Wim dat er nog maar zo'n 150 verkoolde kadavers te vinden zijn. "De rest is echt opgebrand. Iemand wilde me helpen om die kadavers te verwijderen, maar dat zou onverantwoord zijn. De dakspanten staan op instorten. De constructie is om af te breken. Ik laat niemand meer in de stal en ga mijn eigen leven ook niet op het spel zetten. Ik hoop dat een gespecialiseerde firma zo snel mogelijk met grote kranen alles kan komen weghalen".

Dat de brand - waarschijnlijk door een kortsluiting in een gebouwtje tussen de twee stallen - ontstond op een moment dat Van Laer en zijn gezin uitzonderlijk op daguitstap naar Luxemburg waren, maakte de situatie nog ellendiger. "Sommige buren zouden zichzelf verongelukt hebben om hier te helpen. De families Vermeiren en Wouters kwamen bijspringen. Ook de zonen Van Orshoven van de kinderboerderij hebben meegeholpen. Ik hoorde het allemaal achteraf, want ik zat in de auto, daarom wil ik die mensen heel erg bedanken. Mijn achterneef Gunther heeft zijn hand zelfs verwond tijdens de hulpverlening".

Wim Van Laer nam het bedrijf van zijn vader over. "De afgebrande stal was aanvankelijk een stal voor opfokpoeljes, die we 3,5 jaar geleden verbouwd hebben tot scharrelstal. Ik moet nu vaststellen dat die nieuwe installaties uit geweldig brandbaar materiaal bestaan, met veel plastiek".

Van ramptoeristen had hij nog niet te veel last. "De avond van de brand belden enkele vrouwen uit Pulderbos of ze eens mochten komen kijken. Ach, zo lang ze er niet met 50 tegelijk staan, kan ik er tegen. In het begin schrik je natuurlijk geweldig, maar een dag later kan ik het relativeren. Hoe? Door naar mijn vrouw en mijn kinderen te kijken. Die familie die vorige week haar twee verongelukte kindjes begraven heeft in Bornem: dat is veel erger".(KS)