Kanzi is snelst groeiende appelras in Europa
nieuwsKanzi, de zoetzure appel met de rode schil, is één van de snelst groeiende appelsoorten in Europa. Sinds de lancering in 2006 werd er al 2.100 hectare van dit clubras aangeplant, goed voor een oogst van 50 miljoen kilo. In Vlaanderen is Haspengouw goed voor een productie van zeven miljoen kilo van de variëteit, maar momenteel is de vraag naar Kanzi nog steeds groter dan het aanbod.
De geschiedenis van de Kanzi gaat terug tot 1990. Dan begon men in de appelwereld een zoektocht naar een nieuw appelras dat het quasi monopolie van Jonagold kon doorbreken. In 1993 wordt een beloftevol ras ontwikkeld uit de kruising tussen de variëteiten Braeburn en Gala: Kanzi is geboren. In 1996 worden de eerste bomen aangeplant en een jaar later kunnen de eerste appels geoogst worden.
Voor de commerciële teelt was het wachten tot 2005 en 2006. Toen kwamen de eerste grote volumes op de markt. In Europa ging het om 2,5 miljoen kilo. In het seizoen 2006-2007 wordt Kanzi als merk gelanceerd. Momenteel wordt dit appelras op 2.100 hectare geteeld, waarvan 80 procent in Europa. Koplopers in de EU zijn Duitsland en Nederland, gevolgd door Italië, België, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland.
“Er is meer vraag dan aanbod voor deze appelvariëteit. De combinatie van gepassioneerde telers, een goed product, sterke campagnes en enthousiaste consumenten hebben van Kanzi een succes gemaakt”, klinkt het bij Veiling Haspengouw, verdeler van Kanzi in België. “Om aan de vraag te kunnen blijven voldoen, zullen er in de komende drie tot vijf jaar wereldwijd bomen bijgeplant worden. Zo kan Kanzi het hele jaar door aangeboden worden.”
Dit jaar kon Veiling Haspengouw acteur Louis Talpe, ook bekend als ‘Mega Toby’ uit de kinderserie ‘Mega Mindy’, strikken om Kanzi te promoten. “Als het gaat over de promotie van gezondheid, ben ik graag bereid hieraan mee te werken”, aldus Talpe, die volgens de veiling het ideale uithangbord vormt, omdat hij net als de Kanzi “een geboren verleider is die de zintuigen prikkelt”.
Bron: Eigen verslaggeving/Belga