INBO verdedigt weidevogelgebieden Antwerpen-Linkeroever

In oktober wekte een ornithologisch rapport over de weidevogelgebieden op Antwerpen-Linkeroever de aandacht omdat het bijzonder kritisch was voor het gevoerde natuurbeleid. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) weerlegt de kritiek. "Uit onze jaarlijkse territoriumkartering blijkt dat de weidevogelgebieden de aantallen kievit en scholekster significant doen stijgen, terwijl ook de tureluur en grutto opnieuw opduiken."

De tellingen laten zien dat de scholekster en kievit in het agrarisch gebied nog redelijk vertegenwoordigd zijn, maar hun dichtheden hier toch 10 tot 15 keer lager liggen dan in de weidevogelgebieden op Antwerpen-Linkeroever. Voor de meer kritische soorten, grutto en tureluur, zijn die dichtdeden in de speciaal ingerichte natuurgebieden 100 tot 500 keer hoger dan in de polder.

De meer kritische soorten komen hier op een paar toevallige broedparen na zelfs niet meer tot broeden. "Dit geeft dus aan dat het huidige agrarisch gebruik niet beantwoordt aan de ecologische vereisten van een gezonde weidevogelpopulatie", concludeert INBO in zijn ornithologische nieuwsbrief Vogelnieuws.

De terugkeer van weidevogelsoorten en populatiestijging voor andere soorten bewijst volgens INBO het belang van de weidevogelgebieden als opvangnet voor de vogels na het verdwijnen van hun leefgebied in zowel het havengebied (door economische invulling) als het agrarisch gebied (door het scheuren van graslanden, vroege maaibeurten, overbemesting).  

INBO gaat nu bijkomend onderzoek verrichten naar het broedsucces van de weidevogels. Daaruit zullen wetenschappelijk gestaafde conclusies getrokken worden over broedsucces, invloed van predatie en beheer. Broedvogels die in hoge dichtheden in een gebied voorkomen zijn extra gevoelig voor predatie. Het gevaar bestaat dat zij kolonieplaatsen verlaten door de aanwezigheid van vossen of andere grondpredatoren. INBO wil deze predatiemijding onderzoeken.

Meer info: Vogelnieuws