INBO telt steeds minder broedvogels in landbouwgebied

Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) telde broedvogelsoorten in Vlaanderen en stelde daarbij vast dat de afname van soorten die thuis zijn in landbouwgebied verder doorzet, terwijl dat in Europa stabiliseert. Soorten als Graspieper, Grutto, Patrijs, Veldleeuwerik, Kievit, Torenvalk en Ringmus nemen nog steeds (al dan niet significant) af. Grauwe Gors is al te zeldzaam geworden om mee te nemen in de trendvergelijking.

Trends in de broedvogelsoorten vormen een maat voor toe- of afname. Een trend zegt niets over het aantal broedparen van een soort, noch over de verspreiding, maar enkel over de evolutie van een hele populatie van die soort in Vlaanderen. De tellingen van INBO geven de resultaten weer voor een selectie van 92 vogelsoorten.

Voor vele aan landbouw gebonden soorten vond de grootste afname al decennia geleden plaats en is de trend momenteel aan het stabiliseren op een laag niveau. In Vlaanderen blijkt de afname zich nog verder door te zetten. Kraaiachtigen nemen daarentegen nog steeds toe. Zowel Ekster, Kauw, als Zwarte Kraai vertonen significant positieve trends. De trends onder de typische bossoorten wisselen sterk. De verschillende spechtsoorten doen het bijvoorbeeld goed, terwijl het tegendeel waar is voor bijvoorbeeld Goudhaan, Nachtegaal en de mezensoort Matkop.

Meer info: Algemene Broedvogels Vlaanderen