Iedereen ligt wakker van verdere verstening Vlaanderen
nieuwsOok al zorgen planningsprocessen op het terrein voor felle discussies tussen landbouw- en natuurorganisaties, toch delen zij nog altijd dezelfde bezorgdheid omtrent het vrijwaren van de open ruimte in Vlaanderen. Dat leiden we af uit de inhoud van een gezamenlijk advies van Minaraad en SALV over de werktekst voor het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Daarin schaart iedereen zich achter een ambitieuze en effectieve invulling van het concept ‘ruimtelijk rendement’ om te vermijden dat met ongewijzigd beleid de ‘verstening’ van Vlaanderen wordt verder gezet. Beide adviesraden doen meerdere interessante aanbevelingen, zoals de transitie naar een circulaire economie sterker meenemen in het ruimtelijk beleid.
In Vlaanderen wordt er hard gewerkt aan het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), de opvolger van het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen (RSV). Het Departement Ruimte Vlaanderen bezorgde de adviesraden voor ruimtelijke ordening (SARO) en milieu en natuur (Minaraad) een werktekst voor het Witboek BRV. Het proces verliep anders dan gepland in de zin dat het advies van SARO reeds overgemaakt is en landbouwadviesraad SALV zich aansloot bij de Minaraad voor een gezamenlijk advies. In de toekomst wenst de SALV ook geraadpleegd te worden over het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen aangezien de landbouwsector een belangrijke gebruiker is van de open ruimte.
Over de inhoud van het advies dan: de Minaraad en SALV bevelen aan om zich in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen sterker te laten leiden door de transitie naar een circulaire economie, zoals die onder meer vertolkt wordt in de Visienota 2050 van de Vlaamse regering. Een circulaire economie is een model waarbij we de kringlopen van grondstoffen, materialen, energie, water, ruimte en voedsel maximaal sluiten. Door te wijzen op de problematiek van onderbenutting of verouderd ruimtegebruik, door in te zetten op ruimtelijk rendement, door ‘meer doen met minder ruimte’ te verankeren als een basisprincipe en door van ‘ruimtelijk rendement’ het eerste operationeel werkprogramma te maken, zet de werktekst stappen in de richting van een meer circulaire economie.
De werktekst BRV zou reeds veel verwijzingen bevatten naar duurzaam hulpbronnengebruik in het algemeen. Het gaat bijvoorbeeld om ‘ontwikkeling vanuit samenhang’, korte-keten-landbouw, energiezuinig bouwen, symbiose in functie van restwarmte, enz. “Laat je als overheid nog systematischer inspireren door de circulaire economie”, klinkt het vanuit Minaraad en SALV. “Deze transitie heeft immers een strategisch karakter. Hulpbronnen zoals land, water en energie zijn relatief eindig en Vlaanderen wordt opgezadeld met ernstige beperkingen in dat verband.” Ruimtelijk beleid dient de oplossing mee te faciliteren. Heel concreet is de suggestie om voor een beleidsmaatregel rond één hulpbron steeds het netto-effect op de overige hulpbronnen af te wegen.
Alle middenveldorganisaties in de adviesraden hebben het duidelijk wel gehad met de ‘verstening’ van Vlaanderen. Minaraad en SALV sluiten zich namelijk aan bij de commentaar van SARO op het begrip ruimtelijk rendement. “Dit moet ambitieuzer worden ingevuld, ook voor de korte termijn, om te vermijden dat met ongewijzigd beleid de ‘verstening’ van Vlaanderen wordt verder gezet.” Ruimtelijk rendement slaat op de handvaten die de overheid wil aanreiken om te vermijden dat nog meer open ruimte wordt aangesneden voor bebouwing (huisvesting, bedrijventerreinen, wegen, parken en tuinen, enz.). Meerdere sporen worden gevolgd: een verdere sensibilisering in onze ‘bouwcultuur’, efficiënter gebruikmaken van de reeds bestaande bebouwing, enz.
De werktekst van de overheid bulkt van begrippen zoals ‘maatschappelijke diensten’, ‘multifunctionaliteit’, ‘groenblauwe dooradering’. SALV en Minaraad doorzien dat hierachter een visie op ecosysteemdiensten schuilgaat. “Neem dat mee als inspiratie”, adviseren ze om ecosysteemdiensten zichtbaarder te maken in het ruimtelijk beleid. In het visiegedeelte worden een aantal ecosysteemdiensten reeds expliciet genoemd: voedselproductie bijvoorbeeld en het opvangen van regenwater en van de gevolgen van de klimaatverandering. Laten door inspireren ja, maar stel ecosysteemdiensten niet centraal in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Dat vindt het middenveld onverstandig omdat de wetenschappelijke, beleidsmatige en juridische inhoud en gevolgen van deze concepten nog onduidelijk of nog in ontwikkeling zijn.
Tot slot vermelden we de suggestie om het ‘fysisch systeem’ als structurerend principe mee te nemen. Dat klinkt ingewikkeld maar komt er simpelweg op neer dat landbouwgebieden, bossen, natuurgebieden en valleien de open ruimte structuur geven en dus ook beleidsmatig structurerend horen te zijn. Terloops wordt dat wel vermeld in de tekst van de overheid maar het kan naar verluidt prominenter.
Meer info: advies Minaraad & SALV