Hugo Chávez herziet mening over biobrandstoffen

In augustus 2006 ondertekende de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PDVSA een overeenkomst met het Braziliaanse Petrobras voor de levering van ethanol, biobrandstof die in Brazilië al decennialang uit suikerriet wordt onttrokken. Door het akkoord zou Venezuela, Opec-lid en de op vier na grootste olieproducent, voortaan massaal investeren in niet-fossiele en schonere brandstof. Ook in Venezuela zelf zouder er in vijf jaar tijd 280.000 hectare suikerriet bij komen met het oog op de ethanolproductie. Bovendien zou een vijftiental nieuwe suikerfabrieken opgetrokken worden, gespecialiseerd in de aanmaak van biobrandstof.

Maar enkele weken geleden kwam George Bush naar Latijns-Amerika op bezoek. In Brazilië ondertekende hij met president Lula een belangrijke samenwerkingsovereenkomst voor bio-energie. Sindsdien lijkt het alsof Chávez, een aartsvijand van Bush die hem graag als de baarlijke duivel voorstelt, niet langer geïnteresseerd is in ethanol. Ook Fidel Castro had zijn mening klaar over het thema. Bij hem leeft de vrees dat de landen uit het zuiden de rekening zullen betalen voor de energiehonger van het noorden.

Sommige waarnemers halen vooral ideologische argumenten aan voor Chávez' bocht. "De goede verstandhouding tussen Bush en Lula is hem een doorn in het oog en bedreigt zijn machtspositie", zegt Michael Shifter van de gezaghebbende denktank Inter-American Dialogue. "De ommezwaai van Chávez heeft alles te maken met politiek, niets met technische of economische elementen".

Toch is het een feit dat steeds meer inheemse en basisgroepen in Latijns-Amerika zich tegen ethanol keren. Met name als die, zoals in Mexico en de VS het geval is, uit maïs wordt gehaald. Doordat de export van maïs uit de VS naar Mexico is gedaald, zijn de prijzen voor basisvoedsel in dat laatste land toegenomen. Heus tortillaprotest is er het gevolg van.(GL)