"Hout rendeert op lange termijn meer dan aandelen"
nieuwsDe toename van en de rijker wordende wereldbevolking jagen de vraag naar hout en houtproducten aan. De houtconsumptie neemt toe van zo'n 1,75 miljard m3 per jaar in 2000 tot naar schatting 2,5 miljard m3 in 2050. Vooral de groeilanden stuwen de vraag hoger. Zo is de Chinese houtinvoer tussen 1997 en 2005 verdrievoudigd. Maar het potentieel is nog groot. "De gemiddelde Chinees gebruikt 45 kg papier en karton per jaar. In de VS is dat 300 kg", weet Butz. Ook India is een grote houtimporteur. In de industrielanden neemt de vraag naar hout toe door het groeiende gebruik van duurzame materialen in de bouw.
Aan de aanbodzijde is er de vaststelling dat een derde van de wereld bebost is. Maar dat areaal krimpt jaarlijks met 130.000 km2, de oppervlakte van Griekenland, door ontbossing. In Brazilië, West-Afrika en Zuidoost-Azië verdwijnt elk jaar meer dan 0,5 procent van het bosbestand. Wereldwijd wordt de kap van oerbossen wel steeds meer aan banden gelegd. En er worden ook steeds meer bossen en houtplantages aangelegd, vooral in Azië en Europa. Maar de aanplantingen van 28.000 km2 per jaar zijn te gering om de ontbossing te neutraliseren.
Op het vlak van milieu winnen bossen aan belang in de strijd tegen de opwarming van de aarde. "Bossen worden steeds waardevoller, vooral als we ons realiseren hoe doeltreffend ze zijn in het vangen en opslaan van CO2", zegt Butz. Bossen houden meer CO2 vast dan er in de atmosfeer zit. Ontbossing is dan ook nefast. "Nu 20 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen te wijten is aan ontbossing, is de aanleg en het behoud van bossen een van de beste manieren om de opwarming te bestrijden".
Butz meent dat de kans groot is dat landen en eigenaars die via het intact houden van hun bossen, strijden tegen de opwarming van de aarde daarvoor financieel beloond zullen worden. Dat maakt bosbezit erg interessant. Hout heeft ook het voordeel een CO2-neutrale energiedrager te zijn. Bij de verbranding ervan komt even veel CO2 vrij als er bij de groei in de bomen werd opgeslagen. Bij de verbranding van olie en gas komt de miljoenen jaren geleden opgeslagen CO2 vrij.
Biobrandstoffen op basis van houtcellulose zijn bovendien het efficiëntst. Voor elke eenheid energie die erin wordt gestopt, levert houtcellulose 17 eenheden energie op. Bij ethanol op basis van maïs, koolzaad en suikerriet is dat respectievelijk een factor van 1,3, 2,5 en 8. Om al die redenen beschouwt Pictet bossen als een erg aantrekkelijke belegging. Bovendien haalt hout op de lange termijn een hoger rendement dan aandelen, schommelen de houtprijzen vrij weinig en trekken zij zich weinig aan van de evolutie van bijvoorbeeld de aandelen- en obligatiekoersen.
Fondsbeheerder Gabriel Micheli wijst er ook nog op dat de aandelen van boseigenaars laag geprijsd staan. "Neem nu het Amerikaanse Weyerhaeuser. Met 54 dollar per aandeel ligt de koers ruim onder de waarde van Weyerhaeusers bosbezit. Dat wordt geschat op 70 dollar per aandeel". Het Timber Fund van Pictet belegt niet rechtstreeks in bossen en hout, wel in 30 à 60 genoteerde bedrijven die bossen of houtplantages bezitten of voor derden beheren. Een klein deel van het geld gaat naar genoteerde bedrijven actief in de houtverwerking.
Pictet wijst erop dat de aanbevolen beleggingshorizon zeven jaar bedraagt en dat de belegging een vrij hoog risico heeft. Bovendien is er een wisselkoersrisico, want het fonds noteert in dollar.(KS)
Bron: De Tijd