“Het stikstofakkoord rammelt niet alleen juridisch, maar ook ecologisch”

In wat ongeveer de woeligste periode moet zijn die Boerenbond ooit heeft meegemaakt, heeft Lode Ceyssens de fakkel overgenomen van Sonja De Becker. Als kersvers Boerenbondvoorzitter wordt hij geconfronteerd met een resem aan uitdagingen: het stikstofakkoord, de oorlog in Oekraïne, het zevende mestactieplan,… VILT trok naar Leuven voor een kennismakingsgesprek.

13 mei 2022  – Laatste update 13 mei 2022 13:37
lodeceyssensvoorzitterboerenbond-mei2022-1250

Op 1 mei nam Lode Ceyssens plaats op de voorzittersstoel van Boerenbond. Een onbekende voor de landbouworganisatie is hij niet. In de jaren 90 begon de Limburger voor Groene Kring te werken en daarna als consulent voor Boerenbond zelf. Tot voor kort was Ceyssens burgemeester van Meeuwen-Gruitrode, dat na de fusie met Opglabbeek in 2019 Oudsbergen werd.

Dat hij er toch enkele nachten van wakker gelegen heeft toen Boerenbond hem de vraag stelde om voorzitter te worden, vertelt hij. Het is dan ook geen lichte beslissing om een burgemeestersjerp aan de haak te hangen. “Maar ik heb altijd gezegd dat ik in mijn leven nog iets anders wou doen dan politiek en ik kijk met veel voldoening terug op die 18 jaar burgemeesterschap”, aldus Ceyssens.

Zelf komt hij niet uit een landbouwersgezin. Maar de passie voor de stiel zit er al van kindsbeen in, ingegeven door drie nonkels die boerden en waar hij altijd op het erf liep. “Het was altijd mijn droom om boer te worden, maar ik had al snel door dat het geen realistische optie was als je van thuis uit geen bedrijf hebt”, zegt hij. Maar dat hij ooit aan het hoofd van de grootste landbouworganisatie van Vlaanderen zou staan, had hij nooit durven vermoeden.

U begint uw voorzitterschap op het moment dat de landbouw in Vlaanderen het bijzonder moeilijk heeft. Wat staat er op uw prioriteitenlijstje voor de komende maanden?

Ceyssens: “Los van de dagelijkse actualiteit, wil ik vooral het belang van onze landbouw onderstrepen. De recente geschiedenis, met de coronacrisis en vooral de oorlog in Oekraïne, heeft ons allemaal overtuigd dat de eigen voedselvoorziening heel erg belangrijk is. Bij de publieke opinie begint er dus het één en ander te keren. Daar wil ik aan toevoegen dat landbouw ook economische welvaart brengt. In het licht van PAS (Programmatische Aanpak Stikstof, red.) hebben we een berekening laten uitvoeren. Stel dat we de volledige doelstelling met de reductie van de veestapel willen halen, dan verliezen we niet alleen 5.000 arbeidsplaatsen in de land- en tuinbouw zelf, maar ook nog eens 15.000 jobs in het totale agrobusinesscomplex. We beseffen dat onvoldoende.”

“Daarnaast wil ik er ook op wijzen dat de toekomst van onze landbouw op het spel staat. De gemiddelde leeftijd van de landbouwers is 56 en van de 50-plussers geeft slechts 12 procent aan een opvolger te hebben. Dat betekent dat we de komende jaren op een gigantische afname van het aantal landbouwbedrijven afstevenen. We moeten de consequenties daarvan onder ogen durven zien. Want ofwel evolueren we naar enkele zeer grootschalige bedrijven, ofwel naar voedselafhankelijkheid. Dat zijn twee scenario’s waar ook de maatschappij bedenkingen bij heeft. We moeten dus tijdig ingrijpen. Vandaar een warme oproep naar elke Vlaming om onze boeren te koesteren in plaats van ze te stigmatiseren. Onze jonge boeren, we zullen ze écht nodig hebben.”

Koester onze boeren in plaats van ze te stigmatiseren. Onze jonge boeren, we zullen ze écht nodig hebben

Lode Ceyssens - Voorzitter Boerenbond

“Verder wordt landbouw te dikwijls bekeken als deel van het probleem als het aankomt op verduurzaming van onze maatschappij, terwijl de sector eigenlijk deel van de oplossing is. Denk aan de diensten die we kunnen leveren, zoals carbon farming. Daarbij helpt de landbouw niet alleen andere sectoren op weg richting verduurzaming, maar ook de eigen sector. Het stikstofprobleem beroert vandaag de maatschappij, maar men vergeet wel dat de landbouw op dat vlak al heel grote stappen gezet heeft: van 1990 tot nu is de uitstoot van de sector gehalveerd.”

Toch klinkt de kritiek dat de daling de laatste jaren gestopt is. Hoe kan de sector ervoor zorgen dat de uitstoot toch verder daalt?

“De daling is niet gestopt. Sinds 2015 is de uitstoot met nog eens 5 procent verminderd. Dat is minder dan in het verleden, wat ook logisch is. Het laaghangend fruit is al geplukt en hoe verder je gaat, hoe moeilijker het wordt.”

“Uiteraard moeten we blijven inzetten op een verdere vermindering, maar dan moet ons wel de mogelijkheden geven. Ik ben enorm gefrustreerd over het uitblijven van een wetenschappelijk comité, dat innovatie op vlak van emissiebeperking kan goedkeuren. Er kan mij vandaag niemand uitleggen waarom er nog geen decretale basis is om dat comité samen te stellen. Moeilijk is dat nochtans niet, als er morgen enkele parlementsleden een voorstel indienen, kan het bij wijze van spreken tegen de avond al goedgekeurd worden. Als het comité er dan is, verwachten we ook een oplossingsgerichte benadering die uiteraard wetenschappelijk solide is.”

Wat zijn de belangrijkste strijdpunten in het politiek akkoord rond stikstof?

“Eerst en vooral hebben we een aantal principiële bezwaren. De regeling voor de rode bedrijven en de nulbemesting is contractbreuk. Als je als overheid afspraken maakt, dan hoor je die ook na te komen. Wat ze nu doet is er zonder veel discussie op terug komen en botweg zeggen: hier houdt het op. Dit is een bijzonder gevaarlijke tendens die ook andere sectoren tot nadenken moet stemmen.”

“Als je stappen vooruit wil zetten rond die rode bedrijven of de nulbemesting, dan moet je een stimulerend beleid voeren, met de wortel in plaats van met de stok. Ga met die bedrijven in gesprek. Hoe kunnen we ze stimuleren om vroeger te stoppen? Voor het ene bedrijf zal dat al makkelijker gaan dan voor het andere.”

“Ook met de vrijwillige opkoopregeling voor varkensbedrijven slaat het akkoord de bal volledig mis. Wij hebben uitdrukkelijk gevraagd dat de stikstofruimte die vrijkwam door varkensbedrijven die vrijwillig instappen in deze regeling, op de rekening van de blijvers zou komen. Zo zouden deze bedrijven meer ademruimte krijgen. Maar neen, dat voorstel heeft de regering gewoon naast zich neergelegd. In plaats van een doelstelling op sectorniveau, moet elk bedrijf zijn uitstoot op stalniveau met 60 procent verminderen. Varkensbedrijven hebben dus maar twee opties: een luchtwasser installeren of de veestapel fors reduceren.”

“Verder hebben we nog een aantal algemene bedenkingen. Zo stellen we ons vragen bij het gelijkheidsbeginsel en het onderscheid dat gemaakt wordt tussen industrie en landbouw. Hoe rechtszeker en juridisch robuust is dat onderscheid? Daarnaast blijft ook de ecologische onderbouwing een belangrijk punt voor ons. Europa praat niet over stikstof of kritische depositiewaarden (KDW), maar wil tegen 2050 een goede staat van instandhouding voor de Natura2000-gebieden. Het is Vlaanderen dat daar KDW’s aan verbonden heeft, maar ik zie vandaag geen enkele ecologische onderbouwing dat die KDW’s soelaas bieden."

lodeceyssensvoorzitterboerenbondmei2022

“Ook over de zoekzones, waar men sinds 2014 over spreekt, moet men dringend zijn ei leggen. Ik ken bedrijven die boven de 50 procent zitten voor wat betreft impact op de zoekzone, terwijl de impact op de habitat amper 3 of 4 procent bedraagt. Ik begrijp dat men in der tijd zoekzones afbakende om ruimte te hebben bij het zoeken naar geschikte plekken voor natuur. Maar op een bepaald moment moet de knoop doorgehakt worden. Het is hemeltergend dat men blijft uitgaan van zoekzones waarvan nog niet eens geweten is of het effectief habitat zal worden. Terwijl dit wel ongelooflijk zware implicaties voor onze landbouwbedrijven heeft.”

“Ten slotte hopen we dat het openbaar onderzoek, dat nu aan de gang is, geen schone schijn is en dat men aan de slag gaat met de bezwaren die ingediend worden zodat er kan worden bijgestuurd.”

Hoe zou het stikstofakkoord er voor jullie moeten uitzien zodat het enerzijds de doelstelling haalt en anderzijds haalbaar is voor landbouw?

“Ik wil duidelijk benadrukken: wij zeggen niet dat er niets moet gebeuren. We zijn verantwoordelijk voor 29,4 procent van de stikstofdepositie in stikstofgevoelige natuurgebieden in Vlaanderen en daar willen wij onze verantwoordelijkheid voor nemen. Volgens ons is er een veelheid aan oplossingen mogelijk, waaronder een stuk maatwerk. Onze organisatie staat voor 16.000 land- en tuinbouwers, ik daag je uit om twee dezelfde bedrijven te vinden. De agrodiversiteit is dermate groot dat een eenheidsregeling geen oplossing is. Waar ik wel zeker van ben, is dat we met innovatie heel grote stappen vooruit kunnen zetten. Maar dan verwijs ik nogmaals naar het uitblijven van het wetenschappelijk comité. Het lijkt alsof wij de kans niet krijgen om te innoveren. We reiken in Vlaanderen cheques uit om onze staalproductie te vergroenen. Als we geld durven uittrekken om onze staalproductie te vergroenen, dan zou ik durven denken dat we hetzelfde kunnen doen om onze eigen voedselproductie te verduurzamen.”

U heeft de burgemeesters in Vlaanderen aangeschreven over het openbaar onderzoek rond stikstof. Hoe reageren zij erop?

“We hebben heel wat positieve reacties gekregen en tegelijk veel vragen van burgemeesters over hoe dat stikstofakkoord in elkaar zit, omdat ze er niets van begrijpen terwijl het verregaande gevolgen heeft voor een aantal van hun landbouwers. Want het gaat breder dan de 41 rode bedrijven waarover telkens geschreven wordt. Het gaat ook over het Turnhouts Vennengebied waar honderden landbouwbedrijven niet weten wat de toekomst brengt, over de Wijngaardberg waar fruittelers in grote onzekerheid zitten rond de nulbemesting, en over duizenden bedrijven die door de generieke maatregelen, het vergunningenkader of de NER-maatregelen (nutriënten emissierechten, red.) met de rug tegen de muur staan. Zo is er een geitenbedrijf dat zijn winkel wil uitbreiden, maar te horen krijgt dat het enkel kan als het 30 procent van zijn dierstapel afbouwt. Het gaat dus niet om een uitbreiding van zijn veestapel, enkel om een nieuwe winkel. Maar ook dat kan niet.”

De crisissen die de landbouw treffen volgen elkaar in sneltempo op: corona, de oorlog in Oekraïne, het stikstofakkoord,… Binnenkort moet er met MAP7 geland worden. Is dit de druppel teveel voor de landbouw, en vooral voor de veehouderij, in Vlaanderen?

“Ik val in herhaling, maar we hebben boeren nodig in Vlaanderen. Waarom? Omdat men niet voedselafhankelijk wil worden, omdat landbouw voor welvaart zorgt, omdat het ook een stuk duurzaamheid kan brengen. Bovendien produceren onze landbouwers het efficiëntst, ook op vlak van klimaat. Maar we moeten goed beseffen dat als we de landbouw in Vlaanderen willen behouden, de boer zijn kost moet kunnen verdienen.”

De criticasters zeggen dan: de milieugebruiksruimte in Vlaanderen is op en landbouw botst al jaren op de grenzen. Moeten wij blijven exporteren? Kunnen we niet met veel minder onze eigen lokale voedselvoorziening verzekeren?

“Die cijfers moeten we in de juiste context bekijken. Van die export gaat 75 procent naar onze buurlanden. Vlaanderen is ocharme een zakdoek groot, valt dat dan onder de noemer export? Bovendien blijft 85 procent van wat we uitvoeren binnen de grenzen van de Europese Unie. En ken je de belangrijkste producten van de resterende 15 procent die naar de verre landen gaat? Dat zijn bier, wafels, chocolade… producten waar wij veel toegevoegde waarde aan gekoppeld hebben en die voor onze economie heel belangrijk zijn. Hoe vaak zeggen we niet dat we trots zijn dat Vlaanderen een exportregio is? Tenzij het blijkbaar over landbouwproducten gaat, dan is het plots wel een probleem.”

Als we geld uittrekken om onze staalproductie te vergroenen, dan zou ik durven denken dat we hetzelfde kunnen doen om onze eigen voedselproductie te verduurzamen

Lode Ceyssens - Voorzitter Boerenbond

Ondanks alle recente communicatie-inspanningen van Boerenbond blijft de publieke opinie vaak scherp voor land- en tuinbouw. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de burger de Vlaamse landbouw opnieuw in zijn hart sluit?

“Ik ben er van overtuigd dat er zeer veel burgers zijn die de land- en tuinbouw een positief hart toedragen. Het is echt niet zo dat een meerderheid tegen landbouw is. Bovendien heb ik het gevoel dat de perceptie aan het keren is. We beseffen stilaan wat de waarde en het nut is van onze landbouwers. Maar we moeten daar als sector aan blijven werken en onze boerentrots durven tonen. Want onbekend is onbemind. Voor burgers is het vaak moeilijk te vatten hoe onze voedselproductie tot stand komt. Initiatieven als Dag van de Landbouw helpen hier enorm bij. Ik moet trouwens nog de eerste persoon tegengekomen die na een bezoek aan een landbouwbedrijf negatieve commentaar heeft.”

Ook Boerenbond moet het vaak ontgelden. Er wordt de organisatie verweten dat ze enkel voor de agro-industrie en de eigen belangen opkomt. Hoe wil u die perceptie keren?

“Nochtans zijn de feiten anders. Ten eerste is er vandaag een ontdubbeling van het voorzitterschap waarbij ikzelf geen voorzitter meer ben van de holding van Boerenbond. Die holding, voor alle duidelijkheid, haalt vandaag voor minder dan 7 procent haar inkomsten uit de land- en tuinbouw. De holding voorziet wel via een dividend in de werking van Boerenbond, maar dat zorgt ervoor dat we onze leden aan een heel betaalbaar lidgeld diensten kunnen aanbieden zoals belangenverdediging, vorming, advies, innovatieve projecten...”

“Boerenbond heeft er dus geen enkel belang bij om de kaart te trekken van de agro-industrie. Integendeel, we kunnen onafhankelijk onze koers bepalen. Die koers wordt bovendien uitgestippeld door de 16.000 leden dankzij onze unieke besluitvorming die van onderuit komt. Op lokaal niveau heb je de bedrijfsgilde en onze kringen, die de standpunten meenemen naar de provinciale besturen en vakgroepen, die ze op hun beurt naar de sectorvakgroepen en het hoofdbestuur vertolken. “Het finale besluit is de grootste gemeenschappelijke deler en zal natuurlijk niet altijd volledig de mening zijn van elke individuele boer en ik begrijp dat er daar wel eens frustratie over is.”

Even fastforward. Wat wilt u de komende jaren bereiken opdat u na afloop met tevredenheid kan terugkijken op uw voorzitterschap?

“Het is een grote uitdaging, maar tegelijk een eenvoudige. Ik zal pas tevreden zijn wanneer onze boeren hun kost kunnen verdienen voor zichzelf en voor hun gezin en wanneer ze zich beter in hun vel voelen dan vandaag. Want daar ben ik heel erg over bezorgd. We krijgen veel signalen dat het vandaag niet goed zit.”

“Dan kom ik terug op mijn oproep: koester onze landbouwers. Want het zijn mensen die iedere dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat op hun bedrijf aan het werk zijn, grote financiële risico’s nemen, terwijl het hen economisch niet voor de wind gaat en ze zich afvragen hoe ze de boel nog draaiende moeten houden, en dan nog eens in de pers negatieve verhalen lezen of gestigmatiseerd worden met uitspraken als “de 41 grootste vervuilers moeten de deuren sluiten”. Je zal maar één van die bedrijven zijn, terwijl je helemaal niet de grootste vervuiler bent, maar simpelweg de pech hebt dat men in je achtertuin een natuurgebied aanduidde. Dat is een gigantisch verschil en dat hakt er ongelooflijk hard op in.”

De sluiting van die 41 bedrijven zou trouwens qua impact maar 1 procent stikstofreductie opleveren. Is het sop de kolen waard?

(Stilte) "Dat is een zeer terechte vraag."

Bio

Lode Ceyssens (°1972) studeerde industrieel ingenieur Landbouw. Na zijn studies ging hij kort aan de slag bij Procter & Gamble als proces engineer. In 1996 startte hij bij Groene Kring en in 1999 stapte hij over naar Boerenbond.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 werd Ceyssens verkozen en nam hij een schepenmandaat op. Na 2 jaar werd hij burgemeester in Meeuwen-Gruitrode en zegde hij zijn job bij Boerenbond op omdat de combinatie niet meer haalbaar was. In 2004 werd hij halftijds adviseur op het kabinet van Kris Peeters en in 2007 op het kabinet van Hilde Crevits. Na de Fortis-affaire in 2009 belandde Ceyssens onverwacht in het Vlaams parlement, een positie die hij tijdens de daaropvolgende verkiezingen heeft kunnen verzilveren. Tot hij werd aangesteld als ondervoorzitter van Boerenbond was hij burgemeester van de fusiegemeente Oudsbergen en bleef hij Vlaams parlementslid.

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek