Grote consensus voor label voor dierenwelzijn

Vlaams minister voor Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) heeft het tussentijds rapport van Piet Vanthemsche over de invoering van een centraal dierenwelzijnskeurmerk bekend gemaakt. Conclusie is dat er een grote overeenstemming bestaat over het belang van het label, al moeten er nog enkele bezorgdheden getackeld worden.

23 juni 2021
Lees meer over:

Piet Vanthemsche kreeg in mei 2019 de taak om een businessmodel op te stellen voor de ontwikkeling van een centraal dierenwelzijnskeurmerk. De gewezen Boerenbond-topman merkt alvast dat er een breed draagvlak bestaat over het belang van dierenwelzijn voor een verantwoorde en duurzame, dierlijke productie. “Er is een vrij grote consensus dat dit dierenwelzijnskeurmerk een toegevoegde waarde kan zijn in de valorisatie van de dierlijke productieketen”, zegt Vanthemsche.

Al zijn er nog bekommernissen in de keten. “Natuurlijk spreekt elk onderdeel van de keten wel zijn eigen bezorgdheid uit”, zegt Vanthemsche. “De veehouder vraagt zich af of dit label wel voldoende valorisatie en meerwaarde brengt. De retailsector is bezorgd over de toepassing van zo’n label. Die zijn niet enkel in Vlaanderen actief, maar ook op internationaal vlak. Voor hen moet er voldoende differentiatie zijn met zo’n centraal keurmerk. De voedingsindustrie van haar kant, denk aan de vleesverwerkende nijverheid, stelt zich dan weer vragen over hoe de kosten verrekend moeten worden.”

Volgens Vanthemsche heeft een centraal dierenwelzijnslabel nochtans veel voordelen. “Het geeft herkenbaarheid voor de consument. Maar ook voor de veehouder is het interessant dat er één keurmerk bestaat. Want dan worden zij ook niet gevangen in allerlei verschillende keurmerkjes en labels. En wie ervoor kiest, krijgt de kans om zich te differentiëren in de markt.”

De dierlijke productie kan met het label bovendien een groter maatschappelijk draagvlak creëren. “De dierlijke sector staat onder druk. En ik denk dat dit een opportuniteit is om naar de consument te communiceren over de inspanningen die gebeuren op het vlak van dierenwelzijn”, aldus Vanthemsche. “Zo kan de consument beter geïnformeerd worden op een transparante manier. Dit is voor de dierlijke productie dus een kans.”

De dierlijke sector staat onder druk en dit label is een opportuniteit om naar de consument te communiceren over de inspanningen rond dierenwelzijn

Piet Vanthemsche

De overheid zal het label niet verplichten, maar laat de veehouders de vrije keuze om erin mee te stappen. “We hebben een benchmark gemaakt tussen de verschillende landen”, duidt Vanthemsche. “En overal zie je een getrapt systeem ontstaan. Ook bij ons kiezen we voor zo’n systeem met verschillende stappen, zodanig dat mensen geleidelijk aan kunnen evolueren. Het is met andere woorden niet alles of niets.”

Stappen vooruit

Piet Vanthemsche wil zich niet uitspreken over welke problemen in de dierlijke productiesector er nog moeten worden aangepakt. “In elke productietak zijn er nog knelpunten en is er nog ruimte voor vooruitgang. Met dit label willen we verdere stappen zetten op het vlak van dierenwelzijn, waarbij het de bedoeling is om verder te gaan dan de basiswetgeving, om dus bovenwettelijk een aantal afspraken te maken. Maar het moet natuurlijk haalbaar en betaalbaar blijven.”

Het werk van Vanthemsche zit er nog niet op. “De minister heeft het rapport ontvangen en heeft mij nu gevraagd om de volgende stap te zetten om het centrale keurmerk te operationaliseren. Daarvoor werk ik nauw samen met de werkgroep dierenwelzijn van het ketenoverleg, maar ook met andere maatschappelijke actoren.”

Mentaliteitsverandering

Vanthemsche merkt dat de geesten op Europees vlak ook steeds meer rijpen. “Toen ik het eerste rapport maakte in 2019 was er in Europa geen animo om na te denken over zo’n dierenwelzijnsreferentie. Ondertussen is dat veranderd. Zo is dierenwelzijn in de Farm-to-Forkstrategie heel duidelijk ingeschreven als één van de doelstellingen van het landbouw- en voedingsbeleid. Er zijn een aantal discussies geweest op Europees niveau waarin men tracht om de contouren te schetsen van een bovenwettelijke referentie voor dierenwelzijn. Daar zet men vooral in op uitwisselbaarheid en harmonisering, zodanig dat de markt niet uiteen valt in 100 verschillende dierenkeurmerkjes.”

Wanneer het Vlaamse label er zal zijn, kan Vanthemsche nog niet exact zeggen. “Ik ga eerst mijn werk doen. Daarna zitten we weer met de minister rond de tafel en kijken we wel verder.”   

Raadpleeg het volledige rapport via https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1689836

Bron: Matthias Vanheerentals

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek