Groeien genetisch gewijzigde bomen tot in de hemel?

Genetisch onderzoek gebeurt vooral op populieren, pijnbomen en eucalyptus. Dat zijn bomen die van nature snel groeien. De genmanipulatie is gericht op het verhogen van de houtopbrengst. Men probeert bomen te kweken die sneller groeien, ziekteresistent zijn, extreme klimaatomstandigheden trotseren of rechtere stammen hebben om de verwerking te vergemakkelijken. Nog een toepassing is een makkelijke verwerking tot pulp. Door een gen uit te schakelen, krijg je bomen die minder lignine aanmaken waardoor papier niet op korte termijn vergeelt.

Plantages met supersnel groeiende bomen kunnen hout en papier produceren, zodat de nog resterende bossen kunnen gespaard worden. De gemodificeerde bronnen zouden ook een stimulans betekenen voor het gebruik van biomassa als energiebron. Maar de techniek stuit ook op tegenstand. Sneller groeiende bomen kunnen het grondwater en de bodem uitputten, zodat een bos uiteindelijk als een woestijn achterblijft. Bossen met genbomen hebben sowieso weinig natuurwaarde.

"Maar het is niet onze bedoeling om natuurlijke bossen te vervangen door genetisch gemanipuleerde bomen", zegt professor Wout Boerjan van het Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie (VIB). "We willen snelgroeiende plantages opzetten als een soort houtproducerende fabrieken, zodat we de natuurlijke bossen kunnen sparen". In België zijn er geen proefvelden omdat het risico op vernieling te groot is. Maar het VIB sluit niet uit dat opnieuw proeven zullen ingericht worden "als de tijd rijp is".