Goedkope gsm moet boeren uit Derde Wereld helpen
nieuwsDe telefoon is ontwikkeld op initiatief van tien aanbieders van mobiele telefonie, die bij de wereldwijde gsm-vereniging (GMSA) zijn aangesloten. Motorola verwacht zes miljoen stuks af te zetten aan deze aanbieders, die gevestigd zijn in onder andere India, Nigeria, Bangladesh en Kenia. Door het onherbergzame gebied en de lange afstanden is het in deze landen doorgaans te duur om een vast netwerk aan te leggen. In 2002 hadden 120 landen, waaronder Maleisië, Oeganda en Venezuela, al meer mobiele telefoons dan vaste lijnen.
Volgens de GSMA leeft 80 procent van de wereldbevolking inmiddels in gebieden met dekking door mobiele telefoonnetwerken. Een kwart van de wereldbevolking maakt daarvan gebruik. De hoge kosten van een gsm zijn volgens de GSMA de belangrijkste hindernis. Volgens ontwikkelingseconomen valt dat te betreuren: uit onderzoek van de London Business School blijkt dat tien extra telefoons per honderd inwoners van een gemiddeld ontwikkelingsland leiden tot 0,6 procent extra groei.
Een mobiele telefoon stelt arme boeren in staat de prijzen voor hun landbouwproducten na te gaan. Mensen die werk zoeken, kunnen er veel tijd mee besparen en soms kan er geld mee worden overgemaakt. Op het platteland van veel arme landen wordt de mobiele telefoon vaak door meerdere mensen gedeeld.
Met de mobiele telefoon gaat Motorola de strijd aan met zijn Finse concurrent Nokia. Nokia is niet alleen wereldmarktleider, maar heeft ook een dominante positie in snel groeiende markten als India en China. Vooral nu westerse landen steeds meer verzadigd beginnen te raken, lonken de ontwikkelingslanden voor beide aartsrivalen. In India komen er maandelijks meer dan anderhalf miljoen gebruikers van mobiele telefonie bij.
Bron: De Morgen