Gewasrotatie: wat zijn de verplichtingen?

Land- en tuinbouwers die beroep willen doen op de volledige subsidie van het GLB voor areaal- en diergebonden maatregelen moeten voldoen aan de ‘conditionaliteit’, de vroegere ‘randvoorwaarden’. Binnen deze conditionaliteit geldt de nieuwe norm voor verplichte gewasrotatie op bouwland, die de verplichtingen met betrekking tot gewasdiversificatie voor de vergroeningspremie uit het vorige GLB vervangt.

19 februari 2024  – Laatst bijgewerkt om 22 februari 2024 17:47 Joris Rigo
Lees meer over:

Concreet wordt er niet meer gekeken naar de verschillende teelten binnen het bedrijf maar wel naar de afwisseling van teelten op het bouwlandperceel. Een gepaste gewasrotatie zorgt voor een vitalere bodem en een hoger bodempotentieel. De nieuwe gewasrotatienorm geldt vanaf dit jaar voor alle bedrijven ongeacht de grootte van het landbouwareaal. 

Gewasrotatie

Gewasrotatie dient nageleefd te worden op twee niveaus, enerzijds op bedrijfsniveau en anderzijds op perceelniveau. Op bedrijfsniveau voldoet het bedrijf als op één derde van het aanwezige oppervlakte bouwland gewasrotatie plaatsvindt. Dat kan door een andere hoofdteelt te kiezen dan de hoofdteelt van het voorafgaande jaar maar ook door een tussenteelt van een andere teeltgroep na de hoofdteelt van de voorgaand campagnejaar gedurende minstens 12 weken aan te houden. 

Schermafbeelding 2024-02-19 114606

Op het perceel zelf kan nooit langer dan drie jaar dezelfde hoofdteelt aangehouden worden, ongeacht wie het perceel in de voorafgaande jaren heeft aangegeven. Pas in 2025 zal gekeken worden of aan deze voorwaarde is voldaan, aangezien de telling start vanaf de hoofdteelt in het jaar 2022. In de periode 2022-2025 moeten bijgevolg minstens twee verschillende hoofdteelten geteeld worden. Dat is voor land- en tuinbouwers belangrijk om rekening te houden voor het teeltplan van 2024. De voorwaarden zijn terug te vinden op de website van het Agentschap voor Landbouw en Zeevisserij in de infofiche 'Verplichtingen gewasrotatie (GLMC 7)' op Conditionaliteit 2023-2027.

Schermafbeelding 2024-02-19 114557

Aardappelen, met uitzondering van aardappelen onder niet-verplaatsbare serres, mogen slechts één keer om de drie jaar op eenzelfde perceel geteeld worden. Wat betreft gecertificeerde pootaardappelen geldt de regel éénmaal om de vier jaar.

Teeltgroepen

Of er daadwerkelijk een rotatie is van teelten, wordt niet enkel gekeken of er een andere teelt aanwezig is, maar ook of die teelt behoort tot een andere teeltgroep. Binnen de nieuwe teeltrotatieverplichting kunnen met andere woorden gewassen van hetzelfde geslacht of soort niet altijd na elkaar geteeld worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor voederbieten en suikerbieten omdat ze beiden onder de gewasgroep ‘bieten’ (geslacht) vallen. Hetzelfde geldt voor broccoli, spruitkool of rode kool, gezien deze gewassen allemaal onder het gewas ‘koolachtige’ (soort) vallen.

Winterteelten en zomerteelten worden opgesplitst en beschouwd als aparte gewassen, ook al behoren ze tot hetzelfde geslacht. Zo worden bijvoorbeeld wintertarwe en zomertarwe als twee verschillende gewassen beschouwd. De gedetailleerde indeling is terug te vinden in de tabel ‘Teeltgroepen gewasrotatie’ op Tabellen bij de verzamelaanvraag 2023.

Vrijstellingen

Sommige bedrijven en percelen komen in aanmerking voor een vrijstelling op de verplichting omtrent gewasrotatie. Enerzijds geldt een vrijstelling voor bedrijven met meer dan 75 procent vlinderbloemigen, braak, kruidachtige voedergewassen en tijdelijk of blijvend grasland op hun landbouwareaal of subsidiabel areaal. Percelen die biologisch gecertifieerd (of in omschakeling) zijn worden verondersteld sowieso aan de norm te voldoen. De gangbare percelen van het bedrijf dienen wel te voldoen aan gewasrotatie.

Percelen met meerjarige gewassen zoals bijvoorbeeld meerjarige luzerne, grassen en andere kruidachtige voedergewassen of braakliggend land in de voorgaande campagne, zijn vrijgesteld. 

Het telen van maïs na maïs is uitzonderlijk ook toegestaan als de percelen op zandgrond besmet zijn met knolcyperus, een moeilijk te bestrijden woekeronkruid. Deze afwijking is toegestaan om knolcyperus effectief te kunnen bestrijden en geldt totdat het perceel vrij is van het onkruid.

Ook percelen met teelten onder vaste overkapping in volle grond of percelen met sierplanten in containers op en in volle grond moeten niet aan de verplichting voldoen. Tot slot genieten ook gronden met vaste irrigatie voor knolbegonia een vrijstelling. 

Ecoregeling ‘vruchtafwisseling met vlinderbloemigen’

Met de ecoregeling ‘vruchtafwisseling met vlinderbloemigen’ worden landbouwers gestimuleerd om, verder bouwend op de conditionaliteit, monoculturen te doorbreken. Om in aanmerking te komen voor deze subsidie moeten in het aanvraagjaar en de vier voorgaande jaren hoofdteelten zijn ingezaaid uit minstens drie verschillende vruchtafwisselingsgroepen, waarvan minstens één uit de vlinderbloemigengroep. De vruchtafwisselingsgroepen zijn gebaseerd op de plantenfamilies en verschillen van de teeltgroepen van de gewasrotatie. Deze zijn te raadplegen in de tabel ‘Teeltcodes vruchtafwisseling met vlinderbloemige hoofdteelt’ op Tabellen bij de verzamelaanvraag 2023. De andere voorwaarden van deze maatregel zijn terug te vinden in de infofiche op Ecoregeling: toepassing van vruchtafwisseling met vlinderbloemigen.

Europa investeert fors in ontwikkeling van verbeterde peulvruchtenrassen
Uitgelicht
Europa pompt zo’n zeven miljoen euro in het BELIS-project om verbeterde rassen van peulvruchten te ontwikkelen. 34 partners uit verschillende landen zullen moderne technieken...
13 februari 2024 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek