Gerechtvaardigd geloof in 2de-generatiebiobrandstoffen?
nieuwsDe biobrandstoffensector zegt in De Tijd dat zij met biobrandstoffen van de tweede generatie alle troeven in handen heeft om criticasters de mond te snoeren. Daarmee antwoorden de producenten op de kritiek die uitbrak na de recent verschenen studie van het Institute for European Environmental Policy waarin biobrandstoffen worden aangewezen als (indirecte) oorzaak van meer in plaats van minder CO2-uitstoot.
De redenering in het door de Europese Commissie gefinancierde rapport is dat akkers met voedselteelten zullen moeten wijken om aan de EU-vraag naar biobrandstoffen te voldoen. De richtlijn hernieuwbare energie (RED) bepaalt dat biobrandstofproducenten geen gewassen uit ontboste gebieden mogen gebruiken. Maar voedsel dat elders geteeld moet worden, kan wel tot ontbossing leiden waardoor biobrandstoffen indirect toch een nefaste impact op het milieu hebben.
"Het rapport houdt echter geen rekening met biobrandstoffen van de tweede generatie", zegt UGent-professor Wim Soetaert. Hij is directeur van Bio Base Europe, een publiek-private samenwerking ter bevordering van duurzame biogebaseerde activiteiten. Biobrandstoffen van de tweede generatie worden geproduceerd op basis van bijproducten van landbouwgewassen zoals de niet oogstbare delen van korrelmaïs, suikerriet of houtschilfers. "Daarvoor moet men geen extra areaal bebouwen", weet Soetaert.
Ook snelgroeiende grassen (olifantengras) of bomen (populieren) behoren tot die tweede generatie. Die gewassen vormen geen rechtstreekse concurrentie voor voedsel, maar strijden wel om de schaarse grond. François Huyghe van Boerenbond plaatst daar meteen de kanttekening bij dat zulke gewassen ook groeien op minderwaardige grond die bijvoorbeeld niet geschikt is voor maïs of suikerbieten.
De technologische problemen van tweede generatie biobrandstoffen zijn ondertussen opgelost. De micro-organismen die de grondstoffen omzetten tot suikers, die dan weer omgezet worden tot bio-ethanol zijn bekend. Zo vond het Nederlandse concern DSM onlangs in olifantenmest een enzyme dat grassen heel snel kan afbreken.
De technologie is er dus, maar die biobrandstoffen zullen er niet komen zonder overheidssteun, net zomin als de eerste generatie. Enkel Braziliaanse biobrandstof op basis van suikerriet kan concurreren met fossiele brandstoffen. "De investering voor een biobrandstoffabriek van de tweede generatie ligt vijf tot tien keer zo hoog als één voor de eerste generatie", zegt Hendrik Lemahieu, voorzitter van de Belgische bio-ethanolfederatie. "Het ontbreekt hier aan geld en durf. En negatieve, eenzijdige rapporten, zoals dat van IEEP, werken zeker niet stimulerend", voegt Soetaert toe.
Chris Depreeuw, de CEO van Oleon en voorzitter van de Belgian Biodiesel Board schat dat tegen 2020 10 à 15 procent van alle biobrandstof in Europa van de tweede generatie is. "Het succes zal afhangen van de mate van subsidiëring zoals accijnsverlaging, verplichtingen voor mengpercentages en quotasystemen." Ook Soetaert is overtuigd dat de nieuwe biobrandstoffen dicht bij een doorbraak staan in Europa. Binnen vier jaar verwacht hij dat er in de Gentse haven een grootschalige fabriek operationeel is op basis van allerhande landbouwnevenproducten zoals stro of tarwezemelen.
De biobrandstofproducenten tonen zich minder hoopvol over de toekomst. "We zijn al blij dat we eerstegeneratiefabrieken draaiende kunnen houden", luidt het. Ze ondervinden moeilijkheden door het overheidsbeleid in België. Ons land kende quota's voor biodiesel en bio-ethanol toe aan zeven producenten. Die investeerden samen meer dan 500 miljoen euro in fabrieken, maar het verplichte mengpercentage aan de pomp van vier procent zorgt dat er maar voor de helft van hun productie afzet is in België. Voor de overschotten moeten ze op de exportmarkten optornen tegen goedkopere ethanol uit Brazilië of biodiesel op basis van palmolie.
De kostprijs en de onzekerheid over het beleid zijn niet de enige struikelblokken voor investeringen in de tweede generatie. Er duiken ook logistieke problemen op. "Bij Alco Bio Fuel verwerken we 400.000 ton graankorrels tot bio-ethanol. Stel dat we met stro als basisgrondstof werken, dan zouden hier per uur 30 vrachtwagens vol stro gelost moeten worden", zegt Lemahieu.
De beschikbaarheid van grondstoffen is een ander pijnpunt. Houtafval bijvoorbeeld is felbegeerd voor de productie van papier, spaanderplaten en elektriciteit. "Iedereen vecht voor dezelfde biomassa. Wie kan garanderen dat mijn grondstof voor een aanvaardbare prijs voorhanden blijft", vraagt Depreeuw zich af. Boerenbond ziet als landbouworganisatie nog een hinderpaal. "Als alle landbouwresten van het land gehaald worden voor biobrandstoffen zal de bodem verarmen."
Toch is het volgens Soetaert geen optie om te wachten op de derde generatie, biobrandstoffen uit algen. "Iedereen praat erover maar dat is misschien iets voor binnen 20 jaar", besluit Soetaert.
Bron: De Tijd