Gemedicineerde voeders met 70 pct gedaald sinds 2011

In 2018 werd het gebruik van antibiotica in diervoeders gereduceerd met 70 procent tegenover het referentiejaar 2011. Daarmee doet de sector het heel wat beter dan de vooropgestelde doelstelling van 50 procent reductie die tegen 2017 moest worden gehaald. “We zijn niet op onze lauweren blijven rusten na het mooie resultaat in 2017, maar zijn nog een stap verder gegaan. Persoonlijk vind ik dit de mooiste verwezenlijking van onze sector van de afgelopen jaren”, zei uittredend BFA-voorzitter Frank Decadt tijdens de jaarvergadering van de federatie. Hij erkende wel dat een verdere reductie moeilijk wordt.
26 april 2019  – Laatste update 4 april 2020 15:47

In 2018 werd het gebruik van antibiotica in diervoeders gereduceerd met 70 procent tegenover het referentiejaar 2011. Daarmee doet de sector het heel wat beter dan de vooropgestelde doelstelling van 50 procent reductie die tegen 2017 moest worden gehaald. “We zijn niet op onze lauweren blijven rusten na het mooie resultaat in 2017, maar zijn nog een stap verder gegaan. Persoonlijk vind ik dit de mooiste verwezenlijking van onze sector van de afgelopen jaren”, zei uittredend BFA-voorzitter Frank Decadt tijdens de jaarvergadering van de federatie. Hij erkende wel dat een verdere reductie moeilijk wordt.

AMCRA, het kenniscentrum voor antibioticareductie in de dierlijke sector, heeft in 2014 drie doelstellingen naar voor geschoven om het gebruik van antibiotica in de veehouderij aan te pakken. Zo moet er tegen 2020 50 procent minder antibiotica gebruikt worden bij dieren tegenover referentiejaar 2011 en moet er voor de meest kritische antibiotica een reductie van 75 procent gerealiseerd worden. Voor de veevoedersector kwam het moment van de waarheid al wat vroeger. Eind 2017 moest er 50 procent minder met antibiotica gemedicineerde voeders geproduceerd worden.

“Een enorme uitdaging”, herinnert de BFA-voorzitter zich. “Maar we hebben ons als sector als één man achter de doelstelling geschaard en we hebben bewezen dat die aanpak heeft geloond: eind 2017 was het doel bereikt.” In 2011 produceerden de veevoederfabrikanten nog 152.871 ton veevoeder waaraan antibiotica werd toegevoegd, in 2017 ging het om 72.865 ton. “Maar het ligt niet in onze aard om te denken dat het werk daarmee af is”, klinkt het.

In 2018 werd nog een bijkomende antibioticareductie gerealiseerd van ruim 8.000 ton tot 64.702 ton voeders in totaal. Als daarbij ook de voeders worden gerekend die ontworming en zinkoxide bevatten, dan gaat het om een daling van 235.379 ton gemedicineerde voeders in 2011 tot 149.817 ton in 2018. De varkenssector is bijna volledig verantwoordelijk voor dat cijfer. In 2018 kreeg deze sector 139.218 ton gemedicineerd voeder op een totaal van 3,5 miljoen ton varkensvoeder dat in ons land geproduceerd wordt.

“Bij BFA drukken we de hoeveelheid gemedicineerd voeder uit in ton omdat dit voor onze leden het gemakkelijkst rekent, maar de officiële cijfers van BelVetSac gebruiken actieve substantie in vergelijking tot biomassa”, vertelt BFA-directeur-generaal Yvan Dejaegher. Volgens die cijfers werd in 2017 een daling van 66,6 procent gerealiseerd in vergelijking met 2011. “Als we onze cijfers doorrekenen, dan verwachten we dat de officiële cijfers – die in juni worden bekendgemaakt – een daling van minstens 70 procent gemedicineerd voeder zullen aangeven.”

Volgens Dejaegher zit de veehouderijsector min of meer op schema om alle AMCRA-doelstellingen tegen 2020 te halen. De daling van 75 procent voor de meest kritische antibiotica is, net zoals de doelstelling voor gemedicineerd voeder, vandaag al gerealiseerd. Enkel de globale doelstelling om tegen 2020 50 procent minder antibiotica te gebruiken in de dierlijke sector, is nog niet gehaald. “Wij kijken daarvoor vooral naar de andere schakels in de keten. De daling die vandaag is gerealiseerd, is bijna volledig toe te schrijven aan de daling van gemedicineerde voeders in de varkenssector. De andere veehouderijsectoren, zoals pluimvee en rundvee, zullen de komende twee jaar nog een tandje moeten bijsteken”, aldus de BFA-directeur.

Wat wel nog een uitdaging vormt voor de veevoedersector, is het nakende verbod op zinkoxide. Terwijl Europa een verbod vanaf 2022 naar voor heeft geschoven, besliste België om het middel al eind 2020 te verbieden. Vandaag wordt zinkoxide ter vervanging van antibiotica gebruikt om speendiarree bij biggen tegen te gaan. Het nadeel is echter dat zink via mest in de bodem terechtkomt en op die manier het milieu belast. “Vanuit dat besef hebben we – als enige in heel Europa – een convenant afgesloten met de overheid waarbij we ons als sector geëngageerd hebben om geen zink meer toe te dienen aan andere varkensvoeders in ruil dat we zinkoxide als alternatief voor antibiotica bij biggen kunnen gebruiken”, legt Yvan Dejaegher uit.

Een zaligmakende oplossing als alternatief voor zinkoxide is er echter niet. “We zullen het probleem moeten aanpakken op vele fronten, zoals de speenleeftijd verhogen, voedertechnische maatregelen nemen, vaccins toedienen, het management op de bedrijven aanpassen, enz.”, stelt voorzitter Decadt. In dat kader ijvert BFA dan ook voor de opstelling van een globaal bedrijfsgezondheidsplan. “We willen daar meer op inzetten omdat de oorzaken van het gebruik van antibiotica vaak heel divers zijn. Het is belangrijk dat elk bedrijf een globaal beeld heeft van die oorzaken om op die manier de uitfasering van zinkoxide en een verdere reductie van het antibioticagebruik haalbaar te maken.”

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek