Financieel verlies door natte lente

Vooral de boeren uit de Westhoek zitten opnieuw met de handen in het haar, want voor hen houdt de ellende al aan sedert het najaar van 1999. Vorig voorjaar zorgde het regenweer ook voor een erg late zaai- en plantperiode. Die situatie herhaalt zich nu, met dien verstande dat ook landbouwers in de rest van Vlaanderen met hetzelfde probleem worden geconfronteerd.

Het weer zorgde ervoor dat slechts een fractie van de wintergewassen werd gezaaid. Zo werd er in de Westhoek 40 procent van het normaal volume aan wintergraan gezaaid, maar de helft is door de regen al gerot. Zomergranen konden een oplossing bieden, maar ook deze gewassen zijn nog niet gezaaid. Busschaert schat dat alleen al voor het graan er op nationaal niveau een opbrengstderving van anderhalf miljard frank zal zijn.

Voor de aardappelteelt is er nog een bijkomend probleem. Veel percelen van vorig jaar zijn nog niet gerooid. Voor Poperinge alleen al gaat het om 700 hectaren aardappelen. De aardappelknollen zullen kiemen en kunnen een infectiehaard vormen voor de nieuwe teelt. Ook veel suikerbieten konden nog niet gerooid worden.

Een verbetering van het weer kan de boeren ademruimte geven, maar dan nog zal de opbrengst per hectare kleiner zijn, niet in het minst door de slechte bodemstructuur. Bovendien zijn teelten als die van de vroege bloemkolen nu al verloren. Als het weer betert, zullen alle bloemkolen tegelijk geplant worden, wat dan weer voor een gelijktijdige oogst en een ineenstorting van de prijs zal zorgen.

De consument moet niet direct bevreesd zijn voor een prijsstijging vermits de markt kan bevoorraad worden met primeurgroenten uit Spanje en Portugal, aldus Busschaert.