FEBEV verliest rechtszaak tegen dierenactivisten over “lastercampagne” paardenvlees

Wat heeft de Federatie van het Belgische Vlees (FEBEV) te maken met Zuid-Amerikaans paardenvlees, horen wij u denken na het lezen van deze intro. Heel wat. De Belgische sectororganisatie treedt al sinds 2015 op als coördinator van het “Respectful Life”-project waarmee Europese paardenvleesimporteurs en -verwerkers Europese dierenwelzijnsnormen in de Zuid-Amerikaanse paardenvleesketen willen nastreven.

De dierenrechtenorganisaties Tierschutzbund Zürich (TSB) en Animal Welfare Foundation (AWF) argumenteren echter dat "Respectful Life" misleidend is en dat de behandeling van paarden in Argentinië en Uruguay - de belangrijkste importlanden - verre van respectvol is. In 2022 publiceerden zij een video waarin vermeende ondraaglijke omstandigheden in de paardentoeleveringsketen in beeld werd gebracht. "Honderden uren aan video-opnames van ons veldonderzoek laten zien hoe paarden worden geslagen, hoe ze uitgemergeld bij het slachthuis aankomen en ondanks hun verwondingen aan hun lot worden overgelaten", klinkt het.

FEBEV stapte dat jaar vervolgens naar de rechter in een poging de verspreiding van de video tegen te houden. Volgens de sectororganisatie is er sprake van “foutieve en geframede” informatie waarmee de organisatie in een kwaad daglicht gesteld wordt. “In de video wordt beeldmateriaal van tien jaar geleden ingemengd en moedwillig een lastercampagne tegen de sector van Zuid-Amerikaans paardenvlees opgezet”, reageert FEBEV-directeur Michael Gore.

“Kwaadwillige sabotage van het publieke debat”

De Brusselse rechtbank heeft FEBEV vorige week ongelijk gegeven en stelt dat FEBEV de beschuldigingen op geen enkele manier onderbouwt. In het oordeel is er zelfs sprake van een "kwaadwillige sabotage van het publieke debat door misbruik te maken van het rechtssysteem" en veroordeelt de rechter de organisatie tot het betalen van een schadevergoeding van 12.500 euro aan de dierenbeschermingsorganisaties wegens "flagrant misbruik van de gerechtelijke procedure".

De belangenorganisatie betreurt die beslissing. “Dit bevestigt opnieuw dat beeldmateriaal, dat op een oneigenlijke manier wordt verkregen en op een bepaalde manier wordt geframed, zonder enige vorm van controle, mag worden misbruikt om een lastercampagne te voeren tegen een organisatie wiens voornaamste missie net is om het dierenwelzijn te verbeteren”, aldus Gore.

Dierenwelzijn slachtpaarden verbeterd

Volgens Gore zijn er sinds “Respectful Life" juist grote stappen gezet op het gebied van dierenwelzijn in de paardenslachterijen. Zo hebben de deelnemende slachthuizen in Argentinië en Uruguay allemaal een EU-erkenningsnummer waardoor zij gehouden zijn aan de Europese normen op het gebied van dierenwelzijn. “Daarbij houden wij via de onafhankelijke controle-instantie SGS onaangekondigde audits en gaat een Vlaamse expert (Bert Driessen) dierenwelzijn één keer per jaar naar de slachthuizen voor controle en het doornemen van verbeterpunten. Verder worden de slachthuizen onderworpen aan onafhankelijk en onaangekondigde controles op afstand van de stallen en slachtomgeving.”

Gore meent dat de sector van de paardenslachterij in Zuid-Amerika op bepaalde aspecten zelfs voorloopt op de Europese evenknie. “Binnen het Europese speelveld is cameramonitoring geen verplichting en in Vlaanderen is cameramonitoring in slachthuizen pas wettelijk verplicht sinds de invoering van de nieuwe codex dierenwelzijn vorig jaar. Binnen “Respectful Life” wordt al sinds 2015 gebruik gemaakt van continue cameramonitoring waarbij experts van KU Leuven analyses maken”, geeft hij als voorbeeld. KU Leuven is samen met FEBEV partner in het “Respectful Life”-project.

Ook Bert Driessen, die jaarlijks een wetenschappelijke doorlichting maakt van de Zuid-Amerikaanse slachthuizen, meent dat er de voorbije jaren “stappen gezet” zijn op het gebied van dierenwelzijn. “Op dat gebied lopen ze zeker niet achter op Vlaamse bedrijven. En natuurlijk zijn er verbeterpunten, maar dat is ook hier het geval”, vertelt hij. Bedrijven zijn volgens hem ook bereid om aan de Europese normen te voldoen om zo deze afzetmarkt te kunnen bedienen.

Volgens Gore bereiken de dierenrechtenorganisaties met hun anti-Zuid-Amerikaanse paardenvleescampagnes juist het tegenovergestelde resultaat. Hij wijst op het verbod van de import van paardenvlees uit Mexico. Na geconstateerde inbreuken op het dierenwelzijn van paarden tijdens het transport en in slachthuizen, legde Europa in 2015 de invoer van Mexicaans paardenvlees aan banden. “Dit heeft tot gevolg gehad dat slachthuizen met een EU-erkenningsnummer gesloten zijn en er geen controle meer is op dierenwelzijn met alle gevolgen van dien. Hier steken de betrokken ngo’s hun kop voor in het zand.”

Driessen meent eveneens dat exportverbod op Europa het dierenwelzijn van de slachtpaarden in Zuid-Amerika niet ten goede komt. “Komt het vlees niet naar hier dan gaat het bijvoorbeeld naar Rusland of China. In dat geval is er veel minder aandacht voor het dierenwelzijn.”

Het verbod op de import van Mexicaans paardenvlees was voor een aantal Belgische importeurs en verwerkers van paardenvlees aanleiding om het "Respectful Life"-project op te richten. “Belgische bedrijven zijn traditioneel grote spelers op het gebied van paardenvlees in Europa”, verklaart Gore. Na tien jaar is FEBEV bezig de coördinatie van het project over te dragen. Daartoe is recent de internationale vzw Respectful Life opgericht die vanaf volgend jaar de coördinerende taken van FEBEV zal overnemen.

“Niet uit op muilkorven dierenrechtenorganisaties”

In een persbericht naar aanleiding van de uitspraak van de Brusselse rechtbank in de zaak tussen FEBEV en AWF en TS, beschuldigt dierenrechtenorganisatie GAIA de Belgische vleesfederatie van toepassing van de SLAPP-strategie (Strategic Lawsuit Against Public Participation), gericht op het muilkorven van ngo's door middel van onrechtmatige juridische acties om hen financieel uit te putten.

Volgens Gore slaat deze beschuldiging kant nog wal. Met haar beperkte budget zou Respectful Life niet eens over de middelen beschikken om zoiets aan te vatten. “Wij weerleggen de kritiek dat wij een SLAPP-strategie zouden voeren. De deelnemers van het Respectful Life-project staan voor vrije meningsuiting, voor zover communicatie op correcte wijze kan worden gevoerd. Het is net door communicatie en uitwisseling dat de Europese normen ook in derde landen kunnen toegepast worden, met respect voor de lokale context”, klinkt het.