FAO en OIE bundelen krachten tegen dierziekten

De Wereldvoedselorganisatie (FAO) en de de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) trekken ten strijde tegen dierziekten. Samen zullen ze een wereldwijde strategie uitrollen die onder meer mond-en-klauwzeer en de Afrikaanse varkenspest een halt moet toeroepen. Doel is te komen tot een betere diergezondheidssituatie, een betere veiligheid van vleesproducten en een veilige handel in levende dieren.

De FAO en de OIE trekken gezamenlijk ten strijde tegen dierziekten. Dat maakten beide organisaties bekend. "Recente uitbraken van de Afrikaanse varkenspest en het MERS-virus hebben nog maar eens duidelijk gemaakt dat dierziekten geen grenzen kennen en dat ze dus een globale aanpak vereisen", zegt Hiroyuki Konuma, FAO-vertegenwoordiger voor Azië. "We willen zo veel mogelijk landen mond-en-klauwzeer-vrij maken."

"Mond-en-klauwzeer vormt geen rechtstreekse bedreiging voor de mens", legt Konuma uit. "Maar de impact op de wereldhandel zorgt voor economische schade en vormt een rem op ontwikkeling. Vooral voor de armste boeren, die voor hun inkomen vaak afhankelijk zijn van enkele dieren, betekent mond-en-klauwzeer honger en nog meer armoede. Het ontneemt deze boeren hun enige bron van eiwitten en inkomsten."

Hoewel mond-en-klauwzeer zelden fataal is voor dieren, verhoogt het wel de sterftegraad bij jonge dieren, veroorzaakt het gewichtsverlies, lagere melkopbrengsten en een daling van de vruchtbaarheid. Jaarlijks wordt de wereldwijde economische impact op 3,7 miljard euro geschat. Bij de laatste grote uitbraak in Europa, in het Verenigd Koninkrijk in 2001, werd de (in)directe impact van de ziekte geschat op 22 miljard euro.

"Cruciaal in onze strategie is het uitbouwen van veterinaire dienstverlening", voegt Bernard Vallat, directeur-generaal van OIE, daar aan toe. "De positieve effecten van zo’n netwerk gaan verder dan louter het bestrijden van één ziekte in het bijzonder. Ook bij de uitbraak van andere ziekten zal er sneller en efficiënter kunnen worden opgetreden. Een voorwaarde is wel dat deelnemende landen een sterk engagement tonen."