Exotisch onkruid bedreigt Limburgse akkers
nieuwsIn 1985 dook het voor de eerste keer op in Noord-Limburg. Sindsdien verspreidde het zich over heel Vlaanderen. Met meer dan honderd besmette percelen is Limburg, en vooral het noorden, nog altijd het zwaarst getroffen. Een knolcyperus kan een perceel besmetten, in enkele jaren tijd overwoekeren en de essentiële voedingsstoffen wegnemen van de gewassen. Een moederknolletje kan in één groeiseizoen 200 planten en 8.000 knollen vormen.
De knolcyperus is vanuit Amerika met de teelt van gladiolenbollen via Nederland in Limburg belandt. "Er is geen bedreiging voor de volksgezondheid, maar wel voor de kwaliteit van de teelten. Zelfs tuintjes van particulieren zijn niet veilig", aldus Annie Demeyere. Om besmetting te voorkomen moet zeker onbesmet pootgoed en stalmest worden gebruikt. Een besmet perceel wordt ook het best als laatste bewerkt, waarna de landbouwmachines gereinigd moeten worden.
Piet Vanthemsche, voorzitter van Boerenbond, kwam gisteren kijken hoe het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) in Bocholt zoekt naar de meest efficiënte bestrijding op een proefveld. Een getroffen landbouwer moet kunnen rekenen op bestrijding onder begeleiding van het PVL, stelt Limburgs gedeputeerde Frank Smeets. De behandeling en controles moeten worden vergoed door de overheid. Landbouwers staan nu zelf in voor de kosten, met als gevolg dat sommigen zwijgen en het probleem niet opgelost geraakt.
Luc Martens van het PVL ziet inmiddels gunstige resultaten bij de inzet van verhoogde dosissen herbiciden. Het Voedselagentschap kan beslissen dat een besmet perceel 5 jaar met grasland wordt ingezaaid om het onkruid uit te putten. Wat geen garantie biedt, dus dan komt er misschien nog eens 5 jaar bij. Voor je het weet is een landbouwer zijn hele loopbaan een perceel kwijt. Op korte termijn zal een volledige bestrijding niet mogelijk zijn. Wel zal het mogelijk zijn een bestaande besmetting onder controle te houden.(GL)
Bron: Het Belang van Limburg