nieuws

EU legt biobranstoffen van eerste generatie aan banden

nieuws
Biobrandstoffen van de eerste generatie, op basis van landbouwgewassen die ook geschikt zijn voor voeding of veevoeder, zullen nog maximaal zeven procent mogen uitmaken van de brandstof die gebruikt wordt in de transportsector. De milieucommissie van het Europees Parlement heeft het akkoord dat daarover werd bereikt met de lidstaten dinsdag goedgekeurd. Doel van het compromis is te zorgen dat de teelt van gewassen voor energieproductie niet ten koste gaat van het areaal voedingsgewassen.
14 april 2015  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:30
Lees meer over:

Biobrandstoffen van de eerste generatie, op basis van landbouwgewassen die ook geschikt zijn voor voeding of veevoeder, zullen nog maximaal zeven procent mogen uitmaken van de brandstof die gebruikt wordt in de transportsector. De milieucommissie van het Europees Parlement heeft het akkoord dat daarover werd bereikt met de lidstaten dinsdag goedgekeurd. Doel van het compromis is te zorgen dat de teelt van gewassen voor energieproductie niet ten koste gaat van het areaal voedingsgewassen.

Tegen 2020 moet tien procent van de zogenaamde brandstofmix uit hernieuwbare bronnen worden gehaald. Om die doelstelling te bereiken, zette de EU de afgelopen tien jaar in op het gebruik van biobrandstoffen. Het gebruik van landbouwgewassen heeft er echter toe geleid dat er bijkomende gronden worden ontbost voor de teelt ervan. Er werd aangetoond dat hierdoor de voedselprijzen stijgen en de CO2-uitstoot de hoogte ingaat - er blijven namelijk minder bomen over om CO2 uit de lucht te halen.

Om deze onbedoelde effecten van de wetgeving over biobrandstoffen te counteren, zijn het Parlement en de Raad nu overeengekomen om het gebruik van 'conventionele biobrandstoffen' aan banden te leggen. Brandstof waar gewassen als palmolie, koolzaad, suikerriet en maïs voor gewonnen moeten worden, mogen in de toekomst maar zeven procent van brandstofmix meer uitmaken. Dit betekent grosso modo een vermindering van de hoeveelheid biobrandstoffen uit landbouwgewassen van 8,6 naar 7 procent, berekende Oxfam Novib.

Aanvankelijk wilde het Europees Parlement de hoeveelheid brandstoffen uit voedingsgewassen beperken tot maximaal zes procent. Maar voor de Europese landbouwkoepel Copa-Cogeca was zes procent te krap. “Het zal het koolzaadareaal in Europa flink doen slinken maar evenzeer de graan- en suikermarkt verstoren. Landbouwers dreigen bovendien een aantal gewassen uit hun teeltrotatie te zien verdwijnen”, beweerde Copa-Cogeca dat lobbyde voor een drempel van minimaal acht procent. Na onderhandelingen tussen de lidstaten en de Europese Commissie kwam een compromis tot stand: het werd zeven procent.

"Met deze bijsturing slaan we definitief het pad in van de geavanceerde biobrandstoffen, die de landbouw niet belasten, de voedselprijzen niet omhoog jagen en de ontbossing tegengaan", reageert Europees parlementslid Ivo Belet (CD&V). Volgens hem geeft het compromis de producenten van biobrandstoffen van de eerste generatie, "die belangrijke investeringen hebben gedaan", de tijd om over te schakelen op de geavanceerde biobrandstoffen van de tweede generatie, op basis van zeewier, restafval, gebruikt frituurvet, oneetbare gedeelten van voedselgewassen, ...

Bart Staes (Groen), een collega van Belet in de milieucommissie, is minder opgetogen met het compromis en stemde dan ook tegen. "Het nieuw afgesproken beleid zorgt ervoor dat nog meer voedsel in de brandstoftank zal verdwijnen", zegt hij. Staes vindt het niet kunnen dat de lidstaten de extra CO2-uitstoot die veroorzaakt wordt door ontbossing niet moeten meetellen bij het behalen van hun klimaatdoelstellingen, “wat het aantrekkelijk maakt om in dit soort schadelijke biobrandstoffen te blijven investeren”. Gevestigde belangen, onder meer in de landbouwsector, worden volgens Staes de hand boven het hoofd gehouden.

Ook bij de sociaaldemocraten is te horen dat de Raad geplooid heeft voor de sterke lobby van de industrie - "in die mate dat de onderhandelingen bijna een schertsvertoning waren", zegt de Brit Seb Dance. "Wij wilden best verder gaan, maar door het gebrek aan medewerking in de Raad, hebben we geoordeeld dat dit het best mogelijke akkoord was op dit moment." Dance begrijpt niet dat de groenen hebben tegengestemd, "terwijl ze goed genoeg weten dat dit beter is dan niets".

Eind deze maand stemt het voltallige Europees Parlement over het akkoord. De lidstaten krijgen dan tot 2017 de tijd om de richtlijn in eigen wetgeving om te zetten. Daarna hebben ze achttien maanden voor het aannemen van een eigen doelstelling voor het gebruik van biobrandstoffen van de tweede generatie.

Bron: Belga/eigen verslaggeving

In samenwerking met: Boerderij

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek