DGZ onderzocht vorig jaar 4.000 keer miskraam bij koe

Dankzij de financiële steun van het Voedselagentschap kan een rundveehouder de oorzaak van een abortus kosteloos laten onderzoeken door Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ). Vorig jaar onderzocht DGZ bijna 4.000 stalen van moederdieren. In meer dan 3.500 gevallen werd ook de foetus aan een onderzoek onderworpen in de autopsiezaal. Elke miskraam bij een koe is een financiële aderlating voor de landbouwer. Een juiste diagnose is belangrijk om iets aan de oorzaak te kunnen doen. Neospora blijft één van de belangrijkste infectieuze oorzaken. Loopt het mis in het laatste trimester van de dracht, dan ligt dat vaak aan een tekort aan selenium of aan bacteriën die wijzen op een onderliggend probleem.

Een veehouder is verplicht om elke abortus bij een rund, schaap of geit op zijn bedrijf te laten onderzoek op brucellose. Zo kan de officiële brucellose-vrije status van België nauwgezet opgevolgd worden. Naast dit verplicht onderzoek spoort DGZ in het kader van het abortusprotocol de meest gangbare besmettelijke oorzaken van abortus op. Dit gebeurt met de financiële steun van het Voedselagentschap, zowel voor het ophalen van de bloedstalen en kadavers als voor de analyses. Alle onderzoeken en ophalingen worden gefinancierd door het FAVV, dus de veehouder moet hier niets voor betalen. De staalname door de bedrijfsdierenarts wordt gefinancierd door het Sanitair Fonds, een solidariteitsfonds dat met sectormiddelen ruimingen van de veestapel vergoed in geval van besmettelijke dierziekten.

Het abortusprotocol is er gekomen om veehouders meer inzicht te geven in de ziektes die op hun bedrijf voorkomen, wat toelaat om door preventie grotere verliezen in de veestapel te vermijden. In 2018 verwerkte Dierengezondheidszorg Vlaanderen bijna 4.000 dossiers van rundveehouders in het kader van het abortusprotocol. Het protocol omvat een onderzoek van de foetus, het bloedmonster van het moederdier en de nageboorte. Om de kans op een juiste diagnose te verhogen, heeft DGZ geschikt analysemateriaal nodig, zoals een vers geaborteerde foetus en de nageboorte.

Als oorzaak voor de miskramen kwamen de laboranten nooit uit bij de aangifteplichtige ziekte brucellose. Eén van de belangrijkste infectieuze oorzaken van een abortus blijft nog altijd neospora, een parasiet die voornamelijk overgedragen wordt van moeder naar kalf tijdens de dracht. Ook honden kunnen bijdragen tot de verspreiding via hun uitwerpselen. Bij een abortus in het laatste trimester van de dracht stelt DGZ bij onderzoek van de foetus vaak marmering van de achterhandspieren vast. Dit kan wijzen op een tekort aan selenium. Bij dezelfde leeftijdscategorie foetussen wordt een abortus ook vaak veroorzaakt door bacteriën, wat een onderliggend probleem kan betekenen.

Naar het blauwtong- en schmallenbergvirus wordt alleen gezocht wanneer de foetus verdachte letsels vertoont. In slechts twee van de 65 onderzochte kadavers werd het schmallenbergvirus vastgesteld. In 2011 veroorzaakte het schmallenbergvirus nog paniek omdat het op grote schaal doodgeboren en misvormde kalveren en lammeren veroorzaakte in België en een groot aantal andere Europese landen.

Meer info: Dierengezondheidszorg Vlaanderen