"Daling olieprijs onder 50 dollar is tijdelijk"

"De terugval van de olieprijs onder 50 dollar per vat is tijdelijk, want het aanbod kan de vraag op lange termijn niet bijhouden". Dat zegt Fatih Birol, hoofdeconoom van het Internationaal Energieagentschap (IEA). Hij waarschuwt ook dat de wereld haar CO2-uitstoot drastisch moet verminderen. "Anders brengt de opwarming de voedselproductie in gevaar, stijgt het zeeniveau en ontstaan er massale migratiestromen".

Het IEA analyseerde de reserves en de productie van de grootste 800 olievelden ter wereld. "De productie daalt nog sneller dan wij dachten", bekende Birol tijdens een persconferentie in Brussel. "We hebben de volgende 25 jaar vier keer de reserves van Saudi-Arabië nodig om enkel en alleen de dalende productiviteit van 's werelds grootste olievelden te compenseren. Daarbij houden we nog geen rekening met de almaar stijgende vraag naar energie".

"Saudi-Arabië is de centrale bankier van de oliemarkten. Wanneer de Saudi's beslissen de productie te verhogen of te verlagen, heeft dat een enorme impact op de olieprijs. Maar ook Irak is van cruciaal belang. Het land zit op enorme oliereserves die gemakkelijk aan te boren zijn. De nodige expertise is in Irak aanwezig. Zolang de situatie in het land echter niet stabiliseert, wordt er niet geïnvesteerd en kan de olieproductie er niet stijgen".

De wereldwijde recessie drukt de olieprijs slechts voorlopig, voorspelt het IEA. Investeringen in infrastructuur zijn broodnodig om aan de vraag te voldoen wanneer de economie weer op gang komt. Door de kredietcrisis lopen nieuwe projecten echter vertraging op of dreigen ze helemaal niet door te gaan.

De oliesector staat voor grote veranderingen. De staatsbedrijven winnen aan belang. "De traditionele oliereuzen worden steeds meer buitenspel gezet omdat ze geen toegang meer krijgen tot grote olievelden. De staatsbedrijven dienen de belangen van het thuisland. Die lopen niet noodzakelijk gelijk met de belangen van de internationale consument", klinkt het.

Het zijn vooral de groeilanden waar het olieverbruik volop stijgt, de geïndustrialiseerde landen staan op een keerpunt. Dankzij overheidssteun groeit het aandeel van hernieuwbare energie stilaan in de ontwikkelde landen. "Maar zonder overheidssteun zijn de meeste alternatieve energiebronnen nog niet leefbaar", weet Birol. "Windenergie bijvoorbeeld is pas rendabel wanneer olie meer dan 75 à 80 dollar per vat kost". Door de economische crisis zakt de bestrijding van de klimaatopwarming fors op het prioriteitenlijstje van de meeste overheden.

Opmerkelijk is dat de vraag naar steenkool meer steeg dan de vraag naar eender welke andere energiebron. China en India nemen samen 85 procent van het wereldwijde steenkoolverbruik voor hun rekening. Steenkool, een van de meest vervuilende energiebronnen, zal ook in de toekomst een belangrijke rol blijven spelen.

Om de uitstoot van CO2 tegen 2030 te verminderen naar 450 deeltjes per miljoen, het meest optimistische scenario, moet vooral efficiënter met energie worden omgesprongen. De helft van die reductie moet er komen door efficiënter met energie om te springen. Het aandeel van nucleaire energie moet wereldwijd stijgen met 9 procent. Verder moeten duurzame biobrandstoffen en andere hernieuwbare energiebronnen blijvend gepromoot worden. Zelfs als al die doelstelling worden gehaald, stijgt de temperatuur wereldwijd nog steeds met 2 graden.(KS)