CEJA wijst EU-parlementsleden op nood aan jonge boeren

In het Europees Parlement werd deze week gedebatteerd over generatievernieuwing in de landbouw. "Deze discussie komt op een cruciaal ogenblik nu amper zes procent van de Europese landbouwers jonger is dan 35 jaar", zegt EU-parlementslid Milan Zver. "De Europese beleidsmakers moeten bij de hervorming van het GLB prioriteit geven aan de verjonging van de landbouwerspopulatie", zegt CEJA-voorzitter Joris Baecke.

Europarlementslid Milan Zver erkent dat generatievernieuwing in de landbouw prioriteit moet krijgen. "Het Europees Parlement moet bekijken welke maatregelen jonge landbouwers kunnen ondersteunen aangezien de nieuwe generatie boeren cruciaal is voor het meer innovatief en competitief maken van de landbouw", zegt Zver.

De voorzitter van de christendemocratische fractie in het Europees Parlement, Joseph Daul, wees erop dat het voor landbouwers steeds moeilijker wordt om een behoorlijk inkomen te verwerven. Zijn collega Elisabeth Koestinger is ervan overtuigd dat er maatregelen genomen moeten worden opdat de instroom van jonge mensen in de landbouw veilig zou worden gesteld. Zij denkt onder meer aan opleiding en onderzoek.

Drie jonge landbouwers uit respectievelijk Slovenië, Ierland en Frankrijk getuigden in het Europees Parlement over hun opleiding en hoe zij de opstart van hun bedrijf ervaren hebben. Zij verkenden tegelijk de mogelijkheden om een eerste vestiging of overname door jonge landbouwers te faciliteren met de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).

CEJA-voorzitter Joris Baecke ziet alvast grote verschillen tussen de lidstaten wat de ondersteuning van jonge boeren betreft en roept op de nieuwe generatie landbouwers voor te trekken door maatregelen op maat van jonge boeren op te nemen in het nieuwe GLB. Baecke werd deze week herverkozen als voorzitter van de Europese organisatie van jonge landbouwers die meer dan één miljoen jonge boeren en tuinders vertegenwoordigd. Zijn mandaat - dat startte in 2009 - wordt met een nieuwe termijn van twee jaar verlengd tot 2013.