Brabants trekpaard Immaterieel Cultureel Erfgoed
nieuwsMinister van Cultuur Sven Gatz heeft beslist om het Brabants trekpaard toe te voegen aan de Inventaris Vlaanderen van het Immaterieel Cultureel Erfgoed, een soort databank van typische gebruiken en tradities. Op de inventaris staan in totaal 52 gebruiken. Ook het Carnaval van Aalst, het telen van grondwitloof, bloemencorso's, de Pauwelviering in Galmaarden en de reuzencultuur staan op de lijst.
Het Brabants trekpaard is officieel erkend als Vlaams immaterieel cultureel erfgoed. “Deze stoere dieren imponeren en blijven mensen op de been brengen”, aldus Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz. De erkenning als immaterieel erfgoed is vooral symbolisch. Extra subsidies staan er niet tegenover. “Zo'n erkenning draagt bij tot de zichtbaarheid van ons immaterieel erfgoed”, aldus Gatz. “Het houdt het onder de aandacht en stimuleert mensen om er zich verder voor in te zetten. De mensen achter die gebruiken engageren zich voor een blijvende erfgoedzorg.”
Wie op de inventaris komt, maakt automatisch deel uit van het interactief platform www.immaterieelerfgoed.be, een ontmoetingsplaats voor al wie met het Vlaams immaterieel cultureel erfgoed is begaan. “Dat platform is een inspiratiebron, kennisbank en contactforum voor al wie immaterieel cultureel erfgoed mee een toekomst wil bieden”, aldus Gatz. Belgische trekpaarden zijn grote en breedgebouwde koudbloedpaarden met een uitgesproken spierontwikkeling. Ze staan bekend om hun zachtaardige karakter en vermogen om zware lasten te trekken. Momenteel staan zo'n 7.400 Belgische trekpaarden in Vlaanderen in het officiële stamboek.
De landbouw en nijverheid draaiden tot de jaren zestig in belangrijke mate op de inzet van trekpaarden. Niet toevallig heet het trekpaard in de volksmond 'boerenpaard'. Boeren gebruikten het trekpaard om het land te bewerken en zware lasten en karren te trekken. Dat laatste deden trekpaarden ook in de mijnbouw, binnenscheepvaart, verhuissector en in de Antwerpse haven. Toen na de Tweede Wereldoorlog tractoren meer en meer de trekpaarden vervingen, namen de activiteiten van de fokkerijen snel af, maar het trekpaard en zijn cultuur verdwenen nooit helemaal.
Gepassioneerde fokkers bleven het ras koesteren en kweekten verder als hobby. Vandaag groeit de trend om trekpaarden opnieuw meer in te zetten in toerisme, recreatie, sport en sociale economie. De bakermat ligt in het Pajottenland, van waaruit ooit Brabantse trekpaarden werden verscheept over de hele wereld. “Zo'n erkenning als levend erfgoed is mooi meegenomen als promotiemiddel, zoals bier dat een kwaliteitslabel krijgt”, zegt kenner Marcel Vossen, die mee aan de wieg stond van de happenings in Sint-Pieters-Leeuw. “Meer betekenis heeft dat niet. Om het Brabants trekpaard als ras in stand te houden, moeten er meer veulens worden gekweekt en een grotere afzetmarkt komen. Daar zal de erkenning niets aan veranderen.”
Bron: De Standaard / eigen verslaggeving