Bontindustrie heeft schoon genoeg van demonisering

"The European fur industry will rather go naked than be demonized." Met die ingesteldheid gaat de bontindustrie drie dagen lobbyen in het Europees Parlement in Brussel. Naast lezingen en debatten met dierenrechten-activisten staat de voorstelling van WelFur gepland, een eigen initiatief waarmee de sector "de welzijnsnormen voor pelsdieren ver boven de normen voor andere landbouwdieren tilt".

In Het Belang van Limburg geeft Bo Manderup, directeur van het European Fur Information Center, zijn visie op pelsdierhouderij. Voor het Nederlandse verbod op pelskwekerijen kan hij weinig begrip opbrengen. "Plots werd een industrie van 300 miljoen euro samen met het inkomen van honderden gezinnen gewoon aan de kant geschoven omdat het eindproduct bont algemeen beschouwd wordt als een overbodig luxeproduct waarvoor ook alternatieven voorhanden zijn. Het vreemde in deze redenering is dat eigenlijk voor alles alternatieven beschikbaar zijn. Mensen kunnen bijvoorbeeld volkomen gezond leven zonder vlees", redeneert Manderup.

Deze week stelt de Europese bontindustrie in het Europees Parlement WelFur voor. "Dit dierenwelzijnsprogramma is een initiatief van de bontindustrie en tilt de dierenwelzijnsnormen ver boven zowel de huidige wetgeving voor pelsdieren als de regels voor alle andere dierlijke productie", verklaart de directeur van het informatiecentrum dat - met de bedoeling om open, eerlijk en transparant te communiceren over bont - werd opgericht door de Europese federatie van pelsdierhouders en de internationale federatie van de bonthandel.

WelFur is ontwikkeld door onafhankelijke onderzoekers van acht Europese universiteiten en is volgens Manderup "het wetenschappelijke bewijs dat voor hun pels gekweekte dieren wel degelijk gehouden kunnen worden in optimale welzijnsomstandigheden". Als natuurlijk de kwekers zich aan de regels houden. Dit soort wetenschappelijk inzicht kunnen dierenrechtenorganisaties als het Nederlandse Bont Voor Dieren en het Belgische GAIA naar zijn zeggen niet bieden. "Hun redenering dat pelsdieren niet gedomesticeerd zijn en daarom niet behoorlijk gehouden kunnen worden, is gewoon verkeerd."

Manderup concludeert daaruit dat activisten dierenrechtenwetgeving baseren op ethische gronden. Dan heeft hij zo zijn bedenkingen: "Als je opkomt voor het belang van dieren moet je voornaamste bekommernis het welzijn van het dier zijn. Uiteindelijk geven dieren niets om ethiek en moraal en ze hebben er zeker geen idee van of ze nu voor voeding of mode bestemd zijn. Hun welzijn is het enige dat van belang is voor de dieren en de bontindustrie blijft ervan overtuigd dat de morele rechtvaardiging van bontkwekerijen in het onmiddellijke verlengde ligt van het welzijn van de dieren tijdens hun leven."

Het European Fur Information Center vecht tegen de vooroordelen en mythes die leven rond pelsdierhouderij. De bontsector wil meer dan ooit proactief communiceren. "Onze industrie werd dermate gedemoniseerd dat 15 procent van de Europeanen gelooft dat pelsdieren hier levend gevild worden. Het verschil tussen perceptie en realiteit is extreem. Door drie dagen zijn tenten op te slaan in het Europees Parlement wil de bontindustrie de Europese beleidsmakers "van betrouwbare en op feiten gebaseerde informatie voorzien". De debatten met de dierenrechtenactivisten beloven levendig te worden.

Meer info: European Fur Information Center