Boerenorganisaties zoeken opstelling in GGO-debat

De Europese boerenorganisaties onderzoeken momenteel volop welke houding ze moeten aannemen tegenover GGO's. "We zijn voor een weloverwogen co-existentie", aldus Roger Saenen, woordvoerder van de Boerenbond. De grote vraag in het GGO-debat in Europa is zuiver psychologisch: zal de Europese consument GGO-producten kopen of boycotten? Niemand durft het antwoord voorspellen en dit maakt het producenten, handelaars en politici bijzonder moeilijk.

Vanaf 18 april zijn in de Europese Unie alle regels van kracht om juridisch gezien de deur open te zetten voor GGO's. Of ook in de realiteit GGO's een belangrijk deel van de voedselketen zullen innemen, is niet te voorspellen.

Op een conferentie eind vorige week riep Peter Gaemelke, leider van de Europese boerenorganisaties, de landbouwers op de nodige kennis over GGO-landbouw te verzamelen. Gaemelke vermoedt voordelen voor landbouwers, consumenten en milieu. Europa heeft een strenge wetgeving, en op basis daarvan moet GGO per GGO geëvalueerd worden.

Roger Saenen van de Boerenbond bevestigt dat het overleg volop bezig is. De Belgische boeren tonen zich genuanceerd en voorzichtig. Enerzijds zijn de boeren tegen omdat onduidelijk is of de consument de GGO's zal aanvaarden. Bovendien vrezen ze een te grote macht voor de GGO-patenthouders als Monsanto.

Anderzijds bieden GGO's duidelijke voordelen voor bijvoorbeeld de hongerbestrijding in landen met een vijandig klimaat (Afrika). Komt daarbij dat de gewassen al overal elders ter wereld volop in gebruik zijn, wat daar de productiekosten drukt.

Volgens de Boerenbond zijn GGO's niet meer tegen te houden. Daarom wordt onderzocht hoe de vrije keuze van de consument kan gegarandeerd worden, via een strikte scheiding van GGO- en klassieke landbouw. De Europese Commissie vraagt afspraken onder landbouwers hierover, maar de Boerenbond houdt zich op dit punt momenteel op de vlakte.