Bestaande stallen gevrijwaard van ammoniakreductie

In oktober 2001 liet de Vlaamse landbouwminister weten dat extra stalaanpassingen nodig zijn om de ammoniakdoelstellingen - 40 procent minder ammoniak dan in 1990 - te halen. Ammoniak is een scherpruikend gas dat verzuring en het broeikaseffect in de hand werkt. De belangrijkste bron van ammoniak is de veeteelt.

De minister kondigde toen aan dat alle nieuwe stallen ammoniakemissievrij zouden moeten zijn. Bestaande pluimvee- en rundveestallen dienden tegen 2010 ammoniakemmissiearm te zijn, voor varkensstallen werd 2008 naar voor geschoven. Indien een veebedrijf op minder dan 500 meter van een bos- of natuurgebied gelegen was, zouden strengere normen gelden. Veel bedrijven zouden daardoor veel minder dieren mogen houden.

Het voorstel stuitte op een storm van protest in de sector en verdween enige tijd in de koelkast. Eind vorig jaar kwam een aangepaste versie opnieuw op tafel. Maar nog bleef er tegenwind komen: zowel van de liberalen in de Vlaamse regering als van de landbouworganisaties. Niet alleen van de 'grote' organisaties Boerenbond en ABS, maar ook van het kleinere VAC.

Het VAC kwam eind januari met een studie op de proppen waaruit moest blijken dat de strenge stalaanpassingen overbodig waren. Met aangepaste bemestingsmethodes, verplichte mestverwerking en de verwachte afbouw van de veestapel werd de vereiste ammoniakuitstoot al gehaald, klonk het. De bevindingen van het VAC hebben blijkbaar effect gehad.

De Vlaamse regering besliste vorige vrijdag dat de al bestaande milieureglementering niet meer van toepassing is voor bestaande stallen. Die eiste dat vanaf begin volgend jaar ook bestaande varkensstallen aan afstandsregels moesten voldoen. Voor heel wat stallen loopt de vergunning binnenkort af. De veehoud(st)ers vreesden dat ze geen nieuwe vergunning meer konden krijgen. Maar dat kan nu wel. Bovendien worden ze niet verplicht fors te investeren inzake ammoniakreductie.

Voor nieuwe stallen gelden de afstandsregels wel. Voor die stallen moeten ook de nodige ammoniakreductiemaatregelen worden genomen. Via een omzendbrief aan gemeenten en provincies - die de vergunning verlenen - zal minister Dua erop wijzen dat ze elke aanvraag voor een verlenging of een nieuwe aanvraag afzonderlijk moeten beoordelen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de mogelijke geur- en milieuhinder.