Belgische vloot vist minder dan de toegestane quota
nieuwsOndanks een sterke daling van de visquota in de voorbije 20 jaar, vangen Belgische vissers minder dan de toegestane hoeveelheden. Dat meldt Het Visserijblad in zijn januarinummer, op basis van cijfers van de Vlaamse overheid voor 2009. Een goed beheer van de visvangst waarbij overbevissing wordt vermeden en het wegvallen van de vraag naar sommige soorten, noemt Emiel Brouckaert van de Rederscentrale als verklaring.
Het Visserijblad stelt vast dat in 20 jaar tijd het tongquotum met 30 procent is verminderd, het scholquotum met meer dan 60 procent en het kabeljauwquotum met 77 procent. "Daarom is het merkwaardig dat de Belgische vissers die sterk verminderde quota niet meer opgevist krijgen", zegt Flor Vandekerckhove.
Zo liet de Belgische vloot in 2009 meer dan de helft liggen van wat ze volgens de visquota mag opvissen van onder meer schelvis, koolvis, roodbaars, sprot en zeeduivel. Uit de cijfers blijkt dat ook van schol (10% onder het quotum), tong (27%) en kabeljauw (25%) minder werd gevangen dan toegestaan op grond van het nationale visquotum dat op Europees niveau wordt afgesproken.
"Nieuw is die trend niet", zegt Emiel Brouckaert, directeur van de Rederscentrale. Hij leidt uit de cijfers af dat de visvangst goed wordt beheerd. "Overbevissing moet absoluut vermeden worden", zegt hij. "Het kabeljauwbestand staat bijvoorbeeld onder druk. Op die soort wordt niet meer gericht gevist, er is enkel de bijvangst."
Voor andere soorten liggen commerciële redenen aan de basis van de lage cijfers, legt Brouckaert uit. "Voor koolvis en sprot is er bijvoorbeeld geen markt meer, daar wordt dus minder naar gevist. Daarnaast zijn onze schepen soms technisch niet uitgerust om een bepaalde soort te vangen." Brouckaert wijst er ook op dat er specifieke quota gelden per visgebied. "In sommige gebieden wordt tot 100 procent van het quotum opgevist, op andere plaatsen loont het dan weer niet de moeite om uit te varen."
Meer info: Aanvoer en besomming van de Belgische zeevisserij in 2009
Bron: Belga/eigen verslaggeving