Belgische trostomaat viert tiende verjaardag
nieuwsDe trostomaat was al lang gekend in Italië, waar de groente beschouwd werd als een minderwaardig product. Op het einde van de teelt van losse tomaten lieten de Italiaanse telers de vruchten aan de plant hangen, om ze dan bij het ontruimen van de serre in trossen te plukken.
De trostomaten kwamen later op de Duitse markt terecht en kenden daar een groot succes. Men betaalde er voor een trostomaat van iets mindere kwaliteit meer dan voor een standaard losse tomaat. Die situatie bracht enkele Nederlandse telers op de idee om de trostomaat als vaste teelt te produceren. De Belgische teler Jan Smets uit Sint-Katelijne-Waver kwam via zijn teeltadviseur in contact met deze nieuwe vorm van productie.
"Begin jaren '90 zat de Europese tomatensector in een diep dal", zegt Smets. "Er was overproductie, weinig diversiteit en de kwaliteit van import liet soms te wensen over. Ik voelde wel wat voor deze innovatie." Smets testte in juli 1993 de trostomaten uit op 10 procent van zijn oppervlakte. De reacties van de handel waren zo positief dat hij een maand later zijn volledige serre gebruikte voor trostomaten.
De crisis in de tuinbouw duurde tot 1995. Dat jaar werd het Belgische keurmerk Flandria opgericht om de Belgische tuinbouwsector via een kwaliteitslabel een nieuwe toekomst te geven. Flandria koos als eerste product niet toevallig de trostomaat, die op dat moment al succesvol was.
Tuinbouwer Smets mocht woensdag in de Mechelse Veilingen tien kaarsjes uitblazen. Op de veilingen worden nu jaarlijks 55 miljoen kilo trostomaten verhandeld.
Bron: Belga