België gekant tegen cofinanciering EU-landbouwbeleid

Indien die cofinanciering er komt, betekent dit dat er minder Europees geld naar de landbouw gaat. Een deel van de landbouwuitgaven zou dan opnieuw uit de nationale begrotingen moeten komen. "Sommigen vinden het landbouwbeleid te duur omdat het veertig procent van het budget opslorpt", aldus Laruelle. "Wanneer ook de nationale begrotingen in rekening worden gebracht, vertegenwoordigt landbouw amper twee à drie procent van het budget", aldus de federale landbouwminister.

Ook Fischer Boel pleit tegen de cofinanciering. Voor haar is een dergelijke beslissing een eerste stap naar een hernationalisering van het landbouwbeleid. Vlaams landbouwminister Leterme wijst er daarnaast op dat de gewesten een eventuele beslissing tot cofinanciering niet kunnen ondersteunen. "Cofinanciering kan enkel overwogen worden als die er ook komt op Belgisch niveau", aldus Leterme. Indien dit niet zou gebeuren, krijgt enkel de federale kas de voordelen en moet Vlaanderen opdraaien voor de lasten. Dat is voor de minister-president niet aanvaardbaar.

Een gedeeltelijke cofinanciering is volgens sommige Europese landen een oplossing voor de geschillen over het budget tussen de 25 Europese landen. Europa raakte het in juni niet eens over de financiële perspectieven 2007-2013, voornamelijk door de Frans-Britse tegenstellingen over de landbouwfinanciering.

Frankrijk wil die op het huidige niveau houden. Groot-Brittannië wil minder geld in landbouw pompen en meer centen voor concurrentie. België is, net als de Europese Commissie, voorstander van meer budget zodat beide kunnen verwezenlijkt worden, aldus Laruelle.