BBL verwijt regering laksheid over klimaatbeleid

De focus van onze politici in het klimaatdebat beperkt zich doorgaans tot de inspanningen die we zelf moeten leveren om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, terwijl ze ervan uitgaan dat die kunnen worden verzacht door projecten uit het buitenland te financieren. Twee keer fout, waarschuwt klimaatspecialist Bram Claeys van de Bond Beter Leefmilieu. De internationale klimaatverdragen verplichten ons land immers om projecten in ontwikkelingslanden te financieren. “Die inspanningen komen bovenop de CO2-reducties in eigen land”, zegt Claeys.

Hij verwijst naar een recente nota van Niklas Höhne, een van de wetenschappers die meeschreef aan het klimaatrapport van de Verenigde Naties. Die stelt duidelijk dat de flexibele mechanismen, in de volksmond het "aankopen van schone lucht in het buitenland", bovenop de eigen klimaatinspanningen moeten komen. "Als we de klimaatverandering willen beperken tot 2 graden Celsius, moet de EU de eigen uitstoot met 30 procent beperken", luidt het. "En daarbovenop hulp bieden aan ontwikkelingslanden via flexibele mechanismen."

Die hulp aan het Zuiden zit ook vervat in de diverse Europese en wereldwijde klimaatengagementen die ons land aanging, maar ook daarover wordt in het publieke debat met geen woord gerept. "Op de klimaattop in Bali is afgesproken dat de ontwikkelingslanden inspanningen zouden doen, maar de expliciete voorwaarde die ze daarbij stelden is dat de industrielanden daarbij zouden helpen", zegt Claeys. Het gaat enerzijds over de financiering van CO2-reductieprogramma's, maar ook om investeringen die de ontwikkelingslanden die het hardst worden getroffen door het broeikaseffect moeten toelaten zich te beschermen, onder meer door dijken te bouwen.

Claeys heeft berekend hoeveel die hulp ons land het komende decennium zal kosten, op basis van de totale geschatte kost en het aandeel dat ons land daarin voor zich zal moeten nemen. Hij komt uit op een bedrag van 800 miljoen euro per jaar. Afhankelijk van de bijdrage die de bedrijven zullen leveren, zal de overheid 400 tot 800 miljoen euro op tafel moeten leggen.

Dat bedrag kan worden gevonden in de opbrengst van de CO2-rechten, die volgens de Europese plannen vanaf 2012 moeten worden geveild. Dat zou in België 1 miljard euro per jaar kunnen opleveren. De lidstaten zijn het echter nog verre van eens over het klimaatpakket, en op de top die vorige week plaatsvond, stond de klimaatkwestie slechts zijdelings op de agenda. "Het is tijd dat men met concrete maatregelen op de proppen komt", besluit Claeys.(GL)