AVP-vrije status zorgt niet voor betere prijsvorming in varkenshouderij
ABS wees er eerder deze week al op dat er gemiddeld 25 euro verlies geleden wordt op een vleesvarken. Boeren worden enorm gepijnigd door stijgende voederprijzen. Volgens Bart Vergote – verantwoordelijk voor het dossier varkenshouderij bij ABS - moeten de problemen echter aan de opbrengstkant gezocht worden, niet bij de gestegen kosten. “Door de AVP-vrije status zouden de varkensvleesprijzen in België fors kunnen stijgen.“ Hij pleit daarbij voor meer vleesverwerking op Belgisch grondgebied.
Hoewel België sinds eind vorig jaar de Afrikaanse varkenspest (AVP)-vrije status heeft, willen de vleesprijzen maar niet stijgen. Die schommelen al maanden rond de euro. “Het probleem is dat deze AVP-vrije status ook door importerende landen geaccepteerd moet worden en dat is nog niet het geval”, verklaart Bart Vergote, voorzitter van de varkenscommissie bij boerenorganisatie ABS en zelf varkenshouder.
Hier ligt volgens hem de oorzaak van de huidige crisis in de varkenshouderij. Vergote stelde eerder in VILT dat de Vlaamse varkenshouder – Vlaanderen telt ongeveer 2.000 varkensbedrijven – gemiddeld 25 euro verlies lijdt per dier. Hij weigert de gestegen grondstof- en voederprijzen aan te wijzen als oorzaak. “Het is niet slecht dat akkerbouwers beter betaald worden voor hun producten.”
Nauwelijks export ondanks AVP-vrije status
Ondanks de AVP-vrije status exporteert België hooguit naar een handvol landen, waaronder de Filipijnen. Doordat de exportmarkt nog op slot zit voor België is de varkenssector grotendeels afhankelijk van de prijszetting in Europa. Twee derde van de Belgische varkensproductie, goed voor zo'n 11 miljoen dieren, gaat naar het buitenland. Volgens Vergote is de concurrentie op de Europese markt enorm. “Ook landen als Duitsland, Polen en Tsjechië hebben uitbraken van varkenspest gekend en mogen niet exporteren. Zij produceren ook voor de Europese markt waardoor er een enorme prijsdruk bestaat.”
Als er meer versneden wordt in België, vergroot dit onze kans op meer export
Wat een heropening van de export kan betekenen, laten onze noorderburen zien. Nederland heeft een AVP-vrije status en voert veel varkensvlees uit naar China. Het kan hierdoor een hogere prijs voor het vlees vragen. “Nederlandse bedrijven krijgen per kilo tot 25 cent meer voor hun varkensvlees. Dat is juist voldoende om de kostenstijging van de voerkosten te compenseren”, aldus Vergote.
Volgens de ABS-beleidsmedewerker heeft de varkenspest in Duitsland en Polen - beide landen hebben hun AVP-vrije status verloren – de Belgische situatie ook geen goed gedaan. “Een groot gedeelte van de Vlaamse varkens voor de export gaat via Duitse en Poolse versnijders. Maar doordat men geen AVP-vrije status heeft, is het in de praktijk moeilijk om te exporteren”, legt hij uit.
"Vleesverwerking terughalen naar België"
ABS pleit er voor dat de Belgische versnijders en verwerkers zich aanpassen aan de nieuwe situatie en hun capaciteit in België opvoeren. Het vlees dat hier momenteel versneden wordt, is bestemd voor de Belgische markt. “Als er meer versneden wordt in België, vergroot dit onze kans op meer export.”
Hij voegt toe aan zijn betoog: “Het Belgisch varkensvlees is van topkwaliteit, maar verdwijnt anoniem naar het buitenland waar ze er wel een toegevoegde waarde aan kunnen geven. Alleen komt die toegevoegde waarde de Belgische landbouwer niet ten goede. Het is net die toegevoegde waarde die we nodig hebben om een betere prijs aan de boer te kunnen uitbetalen.”
Het is echter sterk de vraag of industriële vleesverwerkers hiertoe bereid zijn. Het waren de loonkosten die hen de afgelopen decennia naar Polen en Duitsland heeft gedreven. Daar liggen de lonen immers stukken lager dan in ons land.
Bron: Eigen verslaggeving
