Antivrieseiwit maakt nieuwe soorten roomijs mogelijk
nieuwsBiotechnologen spelen al lang met het idee om antivrieseiwitten en de genen die verantwoordelijk zijn voor hun aanmaak, in te bouwen in andere dieren of planten om ze meer vorstbestendig te maken. Ook voedselfabrikanten zien interessante toepassingen in de eiwitten, zo blijkt. Het bedrijf Unilever vraagt van de Britse overheid toelating om de antivrieseiwitten toe te voegen aan roomijs.
Daardoor blijven de ijskristallen tijdens de roomijsproductie klein en langwerpig in plaats van rond. Kleinere kristalletjes interageren beter met elkaar dan grotere kristallen, zodat het roomijs dankzij de antivrieseiwitten een vastere structuur krijgt. Met steviger ijs wil Unilever nieuwe ijsproducten maken, bijvoorbeeld in de vorm van fijne vlokjes, of ijsjes die bestaan uit een opeenstapeling van ultradunne laagjes met verschillende smaken. En de ijsstructurerende eiwitten zouden ook toelaten roomijs te maken met minder vet, dat minder calorieën bevat en gezonder is.
Het eiwit in kwestie is afkomstig uit de puitaal (Macrozoarces americanus) die leeft in de koude Noord-Atlantische wateren. Maar voor gebruik op industriële schaal zou het te duur en niet duurzaam zijn om vissen te vangen en de stof eruit te zuiveren. Daarom hebben biotechnologen de genetische aanmaakinstructies voor het eiwit ingebouwd in een gemakkelijk te kweken gist. Die genetisch gewijzigde gist kan het op grote schaal produceren in kweekvaten.
Alleen het gezuiverde eiwit wordt aan het roomijs toegevoegd, niet de genetisch gewijzigde gist zelf, zo benadrukt Unilever, rekening houdend met de publieke gevoeligheid voor genetisch gewijzigd voedsel. Het roomijs zou bovendien niet meer dan 0,01 procent (1 gram op 10 kilogram) van het eiwit bevatten. In de Verenigde Staten en enkele andere landen buiten Europa is het gebruik van het biotechnologisch geproduceerde eiwit al toegelaten.
Lees ook: Interview: "Toelatingsprocedure voor genteelten moet strenger"
Bron: De Standaard