Afwijkende soort brucellose ontdekt bij de vijfde haard

Het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA) heeft vastgesteld dat het bij de vijfde haard van brucellose op een Belgisch rundveebedrijf om een andere bacteriesoort gaat dan bij de eerste vier uitbraken. De uitbraak op 2 mei in de provincie Namen is veroorzaakt door Brucella suis biovar 2, een bacterie die vooral voorkomt bij everzwijnen en slechts uitzonderlijk bij runderen.

Terwijl onderzoek uitwees dat de eerste vier uitbraken te wijten waren aan Brucella abortus, gaat het bij het vijfde en voorlopig laatste geval om Brucella suis biovar 2. Deze bacterie komt voor bij in het wild levende fauna en dan vooral bij everzwijnen. Runderen zijn slechts uitzonderlijk gastheren. In de literatuur zijn er slechts enkele gevallen van overdracht beschreven. Volgens het Voedselagentschap is er geen enkel epidemiologisch verband met de eerste vier uitbraken.

Het Voedselagentschap vroeg experten om advies over het risico van overdracht van rund op rund. "Zij hebben erop gewezen dat het risico van besmetting tussen dieren onderling in de uitbraak niet kan uitgesloten worden vanwege het grote aantal bacteriën dat werd gevonden bij het besmette dier", luidt het. De maatregelen op de contactbedrijven zullen worden herbekeken op basis van dat advies en van de resultaten van de eerste stalonderzoeken. In de regelgeving wordt deze soort van brucellose vermeld in de lijst van aangifteplichtige ziekten bij de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE). De Europese en de Belgische wetgeving betreffende de bestrijding van brucellose zijn eveneens van toepassing.

In Vlaanderen is op 21 maart tot dusver enkel op een bedrijf in Oost-Vlaanderen een rund, afkomstig van de haard, positief bevonden. De ziekte is erg besmettelijk voor runderen. Ze kan door het manipuleren van besmet materiaal overgedragen worden op de mens en geldt als een ernstige beroepsziekte voor mensen (landbouwers, dierenartsen, enz.) die met dieren omgaan. Voor de consument is er geen risico want de bacterie is niet aanwezig in het vlees. Op de besmette melkveebedrijven kan de bacterie aanwezig zijn in de rauwe melk. Een thermische behandeling van de melk sluit elke kans op besmetting uit.